a
Wordt
Engeland
openbaar?
Juridische
N
Voor ateliers verbonden aan een archiefdienst
bestaat het risico van een te grote werkdruk.
Daar staat tegenover dat ze door hogere
inkomsten extra mensen kunnen aantrekken
Onnodige geheimhouding bij de
overheid leidt tot arrogantie en
gebrekkige besluitvorming
6
Door Sierk Plantinga
te grote werkdruk. Naast het werk aan
het materieel beheer van de eigen
collecties, moet er ook aan opdrachten
voor derden worden gewerkt. Daar
staat tegenover dat ze door hogere
inkomsten extra mensen kunnen
Onze tarieven zijn nog niet echt
uitgewerkt. De bedoeling is om in
principe uit te gaan van de zogenaam
de DAR-tarieven van de rijksoverheid
en zo de tarieven per geval vast te
stellen. Het standaard-tarief bedraagt
aantrekken. Hierdoor kunnen ze het
totale werk over meer medewerkers
verdelen zodat de diversiteit en de
specialisatie binnen één atelier groter
wordt. Dat betekent kwaliteitsverbe
tering. Het meest ideaal is een ploeg
van minimaal vier a vijf medewerkers.
Dan kun je het werk naar deskundig
heid verdelen. Wat je steeds meer ziet
is dat aan het hoofd van zo'n atelier
iemand komt te staan die verantwoor
delijk is voor het hele behoud. Bij het
Public Record Office in Londen wordt
die functie vervuld door een archivaris;
bij het Algemeen Rijksarchief in Den
Haag gaat het om een restaurator.
Voor deze nieuwe functie bestaat nog
geen opleiding. We denken er wel over
na. Stage lopen bij het PRO of ARA
om ervaring op te doen bijvoorbeeld.
Behalve deze restaurator op HBO-
niveau zouden in een restauratie-atelier
één of meer restauratoren op MBO-
niveau en behoudsmedewerkers
moeten werken. Ook in het geval van
eenvoudige werkzaamheden - zoals
massconservering - blijft het belangrijk
dat deskundigen zoals restauratoren
zich hiermee bemoeien.
Hoeveel kost het?
In de begroting van het ICN valt de boge
post aan inkomsten op. Op een begroting van
ruim 16 miljoen wordt uitgegaan van 1
miljoen aan inkomsten. Waaruit bestaan
die inkomsten
En de hamvraag: wat voor tarieven
rekenen jullie nu?
f750,- per dagdeel, maar aan wie het
advies wordt verstrekt en waarvoor
telt ook mee. Onderzoek kan exempla
risch zijn voor een algemene proble
matiek en expertise voor ons zelf en
het veld opleveren. In dergelijke
gevallen is het mogelijk tegen een
gereduceerd tarief of zelfs gratis te
werken. De onderzoekskosten naar het
gebruik van kruimelgom, waar het
Teylers museum om vroeg, zijn bij
voorbeeld niet doorberekend aan het
Teylers.
Die geschatte inkomsten voor het hele
ICN van 1 miljoen hangen met name
samen met verwachte aanvullende
subsidies voor specifieke projecten.
Versterken Collectie Nederland
Het ICN heeft zich ten doel gesteld de ko
mende jaren cle discussie in de museumwereld
aan te zwengelen over de selectie van col
lecties en het afstoten van objecten. Met een
aantal musea en met de eigen collectie van
het ICN worden proefprojecten uitgevoerd.
Gaat het ICN zich ook mengen in
de discussie over selectie van
archieven?
Nee, dat is niet direct de bedoeling. De
selectiediscussie in de archiefwereld is
veel meer een openbare discussie,
waarin ook gebruikers zich hebben
gemengd. Bovendien is er, anders dan
bij de musea, regelgeving in de vorm
van de Archiefwet. De discussie over de
selectie van museumobjecten komt net
op gang en het ICN speelt daar een
belangrijke rol in. Het instituut is
vertegenwoordigd in een werkgroep
met verschillende medewerkers uit het
veld en de Raad voor Cultuur. Het is
niet alleen een praktische discussie,
maar zelfs wel wat filosofisch.
Behalve aan het interview ontleende ik
informatie voor dit artikel aan:
Kennis voor beter beheer en behoud.
Beleidsplan 1997-2000 van het Instituut
Collectie Nederland (gratis te verkrijgen
bij het ICN, tel. nr. 020-3054545)
Een greep uit de lijst van publicaties
Ethiek van de conservering en restauratie, 90 p. (3e ed. feb. 1994)
Depotinrichting en archiefbewaring. Passieve conservering (herdruk van de
verslagen van de Themadagen 10 en 11 jan. 1994)
Museale calamiteiten en calamiteitenplanning, 81 p.
Voor het kalf verdronken is: handleiding voor het maken van een museaal
calamiteitenplan, 102 p. (1992)
Passieve conservering: klimaat en licht, 42 p. (3e herz. ed. 1994)
De conservering van collecties fotomateriaal, 21 p. (1990)
Verwijdering van stof van objecten, 21 p. (1992)
Schoonmaken in musea, archieven en historische gebouwen: met vertalingen
in het Arabisch, Engels, Frans en Turks, 22 p. (1993)
UV-werend en lichtreducerend materiaal voor museumdoeleinden, 24 p.
(1994)
Richtlijnen voor het conserveren van leren en perkamenten boekbanden,
100 p. (1996)
ICN-kwaliteitseisen voor archieven, bibliotheken en musea, losbladig
systeem (feb. 1998)
j 'I 'f l
pw&gf js jSmlEjkicivil servant's bones" schreef de Londense Times al jaren geleden. En in 1993
3eës Wiebes en Bert Zeeman in hun in Leiden verdedigde proefschrift een stelling op die het
democratisch gehalte van het Verenigd Koninkrijk in twijfel trok1. Openbaarheid van bestuur werd met
name gebruikt als wapen in de politieke strijd. De Freedom of Information Act moet daar verandering in
gaan brengen. Een White Paper met voorstellen baant hiervoor de weg.
Ondanks een openbaarheidstermijn van 30 jaar bij de
archieven werden veel dossiers achtergehouden. Een beroeps
gang om daartegen in het geweer te komen bestond nauwe
lijks en journalisten, onderzoekers en ambtenaren die nog
niet-openbare gegevens publiceerden werden (en worden)
actief vervolgd met behulp van de Official Secrets Act. Een
Engelse Wet Openbaarheid van Bestuur bestond daar nog
steeds niet en werd ook steevast door de conservatieve
regeringen van Thatcher en Major tegengehouden. Of Tony
Blair, de huidige Labour minister-president, zich de stelling
van Wiebes heeft aangetrokken, mag betwijfeld worden. De
binnenlandse politieke druk zal er wel voor gezorgd hebben
dat eind december 1997 de Labour-regering een White Paper
publiceerde onder de titel "Your Right to Know. The Govern
ment's proposals for a Freedom of Information Act"Deze White
Paper is in feite een discussienota met uitgangspunten en
voorstellen voor een Freedom of Information Act (FOIA),
een Engelse versie van onze Wet Openbaarheid van Bestuur
(WOB). Een voorontwerp van wet moet in de loop van dit
jaar volgen. Aan de hand van de ontvangen reacties zal dan
een wetsvoorstel naar het Parlement worden gestuurd2.
Geheimhouding schaadt vertrouwen
Blair schrijft in zijn voorwoord dat de Engelse traditie van
geheimhouding alleen doorbroken kan worden door aan de
burger het wettelijke recht op informatie toe te kennen. Hij
ziet dit als een fundamentele verandering in de verhouding
tussen regering en burgers. In de inleiding op de discussieno
ta wordt gesteld dat onnodige geheimhouding bij de
overheid leidt tot arrogantie en gebrekkige besluitvorming.
Bovendien schaadt die overmatige geheimhouding het
vertrouwen van de burger in zijn overheid ernstig. Voor
degenen die in Neder
land de discussies over
openbaarheid bij de
Wet Openbaarheid van
Bestuur en de Archief
wet hebben gevolgd,
zijn dit overbekende
argumenten. Voor de
Engelse bestuurderen
en ambtenaren moeten
deze woorden echter
bijna revolutionair
overkomen. Of een
toekomstige wet ook zo
revolutionair zal zijn, moet natuurlijk later uit de wettekst
blijken; interessant is ondertussen om te zien wat de
regering-Blair zich er van voorstelt.
Pro-actief informatiebeleid
De Engelse FOIA moet gaan gelden voor alle overheidsor
ganen op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Daar vallen
bijvoorbeeld ook genationaliseerde bedrijven onder en de
veel bekritiseerde "Quangos" (semi-overheidsorganen, die niet
door middel van parlement of gemeenteraad worden
gecontroleerd); verder universiteiten, scholen, de BBC,
legeronderdelen, de National Health Service en de geprivati
seerde nutsbedrijven. Slechts enkele overheidsonderdelen
zullen wettelijk uitgesloten worden, zoals de Inlichtingen
diensten en speciale legeronderdelen (SAS en SBS) evenals de
informatie over deze organisaties die bij andere overheidsor
ganen aanwezig is. Een lijst van overheidsorganen die onder
de werking van de wet vallen zal aan deze wet toegevoegd
102/3 april 1998