Archieven
en educatie
Mutaties in de Almanak van het
Nederlands Archiefwezen
AANMELDINGSFORMULIER LEDENVERGADERING EN/OF STUDIEMIDDAG
23 APRIL 1998 TE DEN HAAG
Door Theo Kuipers
21
U kunt mutaties van gegevens in de Almanak schriftelijk
doorgeven aan het Bureau van de Koninklijke VAN,
Postbus 11645, 2502 AP Den Haag.
5.11.7 Gemeentearchief Venlo
Wijziging centraal telefoonnummer: 077-3219515.
Nieuwe vermelding: Gemeente Middelharnis
Bezoekadres: Koningin Julianaweg 45, 3241 XB Middel
harnis, tel. 0187-475555, fax 0187-475547, maandag
vrijdag, na afspraak.
Postadres: Postbus 1, 3240 AA Middelharnis
GA: J.C. Both
Streekarchivariaat Vecht en Venen
Eerste vermelding in Almanak editie 1998.
Wijziging bezoekadres Abcoude/De Ronde Venen:
Croonstadtlaan 11, Mijdrecht. Bezoek na afspraak.
12.2.1 Kring van Archivarissen hij Lagere Overheden
(KALO)
Nieuw bestuur KALO: drs. Ph. Maarschalkerweerd (vz),
dr. F.J.W. van Kan (sect.), drs. E.T. Suir (penn.m.),
drs. M.J.M. Duijghuisen, mw. T. de Groot, drs. M.R.
Hermans, mr. C.G.M. Noordam en G. Timmerman (leden).
Wijziging secretariaat: p/a Gemeentelijke Archiefdienst
Amersfoort, Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort.
12.2.3 Kring van Archivarissen in Noord-Holland
Nieuw bestuur 1998: drs. L. Zoodsma (vz), mw. T. de Groot
(secr.), mw. W.E. Meiboom (penn.mr.) en J.O. Henar (lid).
Wijziging secretariaat: p/a Gemeentearchief Zaanstad,
Hoogstraat 34, 1541 KZ Koog a/d Zaan.
12.2.9 Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchivarissen
(NVBA)
Wijziging redactie NVBA-Nieuws: H.L.M. Hendriks,
Sluisgraaf 9, 5032 XL Tilburg, tel. 013-4630619, email:
Harry@tref.nl
Formulier (vóór 15 april 1998) per post of per fax zenden aan:
Bureau Koninklijke VAN, Postbus 11645, 2502 AP DEN HAAG (fax: 070-382 57 90)
Ondergetekende
Naam:
Adres:
Postcode plaats:
Werkzaam bij:
meldt zich aan als deelnemer voor de volgende programma-onderdelen:
O uitsluitend ledenvergadering (kosteloos)
O ledenvergadering en studiemiddag (incl. koffie, lunch, thee en borrel ƒ45,-)
O uitsluitend studiemiddag (incl. thee en borrel 20,-)
Het verschuldigde bedrag heb ik overgemaakt naar girorekening 84767 ter name van KVAN Bureaurekening te Den Haag
onder vermelding van ledenvergadering en/of studiedag 23 april 1998.
Datum:Handtekening:
De jongste cultuurnota van staatssecretaris Nuis
heeft cultuureducatie als één van de speerpunten
in het beleid. Om de relatie tussen cultuur en
onderwijs te verstevigen bracht Nuis samen met
staatssecretaris Netelenbos van Onderwijs de
notitie Cultuur en School uit, met daarin een
oproep aan scholen en culturele instellingen om
meer samen te werken. Ook de opstellers van de
nieuwe kerndoelen voor Basisvorming en Tweede
Fase van het voortgezet onderwijs onderkennen
het belang van cultuureducatie. Voor het vak
geschiedenis is het uitvoeren van een omgevings
onderzoek zelfs een verplicht onderdeel.
In dit artikel presenteren wij een lespakket dat het Rijksar
chief in Friesland ontwikkelde als antwoord op de politieke
opdracht van de bewindslieden.
Omgevingseducatie
In de cultuurnota 1997 - 2000 Pantser of ruggengraat, schrijft
Nuis dat 'archieven een impuls kunnen geven aan omge
vingseducatie en dat archiefdiensten moeten voorzien in
historische informatie over de eigen omgeving en in bron
nenmateriaal dat regionaal wordt aangeboden...' Deze
zinsnede sluit naadloos aan op de kerndoelen voor het vak
geschiedenis in de basisvorming. Daarin is opgenomen dat
leerlingen een onderzoek moeten uitvoeren in de eigen
omgeving. De commissie die deze aanbevelingen opstelde,
noemt daarbij als voorbeelden een bezoek aan een museum,
archief, rechtbank of gemeentehuis. Hoewel bovengenoemde
verplichting al een paar jaar van kracht is, heeft dit niet
geleid tot een stormloop op archieven en andere erfgoedbe
herende instellingen. Daar is een aantal oorzaken voor aan te
wijzen. Ten eerste zijn veel scholen didaktisch en organisa
torisch nog zoekende om omgevingsgeschiedenis op een
verantwoorde wijze inhoud te geven. De meeste docenten
hebben te weinig tijd om naast hun dagelijkse beslommerin
gen ook nog eens in een archief een omgevingsonderzoek
samen te stellen.
Een tweede probleem is vaak het archiefmateriaal zelf. Niet
alle bronnen lenen zich voor een onderzoek door middelbare
scholieren. Een derde niet onbelangrijke factor is de transfer-
waarde van een omgevingsonderzoek. Het is tijdrovend en
dus kostbaar om voor meerdere groepen leerlingen en voor
verschillende plaatsen een apart onderzoek te ontwikkelen.
Lesmodellen die met minimale aanpassingen voor meer
leerlingen en in diverse regio's gebruikt kunnen worden
zouden uitkomst bieden. Een vierde probleem ligt bij het
archief. Hoeveel gemeentearchieven zijn ingesteld op de
toeloop van tientallen scholieren die hen (meestal tegelijker
tijd) bestormen met onderzoeksvragen? Meestal ontbeert een
groot aantal van hen een geschikte werkruimte voor bezoe
kers. Daarnaast zijn zij niet ingesteld op de wensen van het
onderwijs om geschikt materiaal te selecteren voor een
dergelijk onderzoek door scholieren.
Het archief in de klas
Ook de staatssecretaris realiseert zich de problemen voor
archiefonderzoek in de basisvorming. Het is daarom zijn
wens dat in die schoolperiode materiaal en projecten worden
ontwikkeld, waardoor het archief als het ware naar de school
gaat. In de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs
moeten leerlingen zover zijn dat zij zelfstandig naar het
archief kunnen gaan.
Op het Rijksarchief in Friesland hebben wij deze uitdaging
van de staatssecretaris aangenomen en een lesmodel ontwik
keld voor onderzoek met behulp van 19de eeuwse huwelijks
akten. Het lesmateriaal is gemaakt voor het verplichte
omgevingsonderzoek in de basisvorming. Maar het leent zich
ook uitstekend voor een meer zelfstandig onderzoek in de
Tweede Fase.
Het lespakket
De volledige titel van het lespakket luidt: Een omgevingsonder
zoek naar huwelijksomstandigheden in de 19de en 20ste eeuw. Het
bestaat uit een docenten- en leerlingenboek. Het docenten
boek licht met name de didactische werkwijze toe. Het
leerlingenboek bevat de onderzoeksvragen. Het eerste
hoofdstuk is een onderzoek naar de gemiddelde huwelijks
leeftijd van bruidsparen. In het tweede hoofdstuk moeten
leerlingen een antwoord vinden op de vraag hoeveel bruids
paren konden schrijven. Het derde hoofdstuk is een onder
zoek naar de plaats van herkomst van de huwelijkspartners.
In het vierde en laatste onderdeel moeten leerlingen onder
zoeken of er een relatie bestond tussen maatschappelijke
achtergrond en de keuze van de huwelijkspartner. Daarnaast
geeft het leerlingenboek historische informatie over alle vier
102/3 april 1998