Colu mn 4 m m 9kfr 30 Door Theo Thomassen De vereniging van informatiebeheerders in Nederland 31 tijdelijk ingehuurde kracht onmisbaar is; de behoefte aan een eigen informatiemanager is geboren. Volgens Oppelland zal de functie die de informatiemanager kan bekleden voorlopig sterk afhangen van de vooropleiding. Een alfa-wetenschap per zal vooral een plek vinden in bibliotheek of archief. Voor de bedrijfskundig geschoolde ligt een functie binnen de documentatie-afdeling voor de hand. Maar juist in die wereld verwacht Oppelland grote veranderingen. "We zijn nu al gewend aan het idee dat microfiches en cd's een steeds grotere rol gaan spelen, waardoor een bibliotheek minder ruimte nodig heeft om alle informatie op te slaan. Maar het duurt niet lang of de inhoud van een boek wordt niet meer door de schrijver of uitgever bepaald, maar door de lezer. Ik kan mijn voorstellen dat er over niet al te lange tijd winkels komen die 'verzoek-boeken' maken. Uit alle via internet beschikbare gegevens wordt dan op verzoek een selectie gemaakt die wordt geprint en ingebonden. Zo krijgt de lezer een boek in handen dat precies bevat wat hij verlangt. Oplage: één exemplaar. Ja, dan komt een bibliotheek er ook heel anders uit te zien." Informatiemanager als boekhandelaar Het Boek op Verzoek is een ontwikkeling die juist binnen de bedrijfsdocumentatie een grote rol zal gaan spelen, verwacht hij. "De informatie-manager zal een beetje de rol krijgen van de goede boekhandelaar, bij wie je kunt vragen om 'een goed boek voor een meisje van twaalf die van paardrijden en van techniek houdt'. Op diezelfde manier zal het manage ment van een bedrijf zich tot hem wenden en stelt hij op verzoek precies dat boek samen waar het management behoefte aan heeft." Wat dat betreft voorspelt Oppelland een grote toekomst voor de informatiemanager binnen bedrijven en overheidsinstellin gen, zoals departementen. "Kennis is macht wordt een uitdrukking met een geheel nieuwe lading. In computers opgeslagen kennis is niet meer zomaar toegankelijk. Je kunt niet meer langs de boekenkast lopen, zo nu en dan in een exemplaar bladerend om te zien wat er instaat. Informatie in de computer is, vooral als er veel van is, bijzonder ontoegan kelijk. Het enige wat zichtbaar is, is de naam van het docu ment. Maar wat zegt die nou over de inhoud? En dan heb ik het nog niet eens over de grenzeloze mogelijkheden van Inter net - een informatiestroom die, als je er goed over nadenkt, bijna beangstigend is. Je hebt echt deskundigen nodig die precies weten waar de juiste informatie te vinden is. Eerlijk gezegd verwacht ik, dat er binnen niet al te lange tijd geen bedrijf meer zal zijn zonder informatiemanager in de board of directors. Niet het vergaren van informatie, maar het filteren ervan wordt een van de belangrijkste taken van de 21e eeuw!" Overtuigingskracht Vooralsnog dromen de 20 afgestudeerden die tot nu toe belangstelling tonen voor de nieuwe postdoctorale opleiding, niet meteen van een topfunctie bij Shell, Unilever of een groot departement. En organisator Visser is voorlopig tevre den dat de Arbeidsvoorziening grote belangstelling heeft voor het project. Via dat bureau hebben zich twaalf mensen aangemeld die door reorganisaties bij het onderwijs of aan de universiteit dreigen vast te lopen. Visser: "Juist die mensen waren tijdens onze voorlichtingsbijeenkomst heel enthou siast. En dat is belangrijk, want we houden wel vast aan een strenge selectie van onze studenten. Elke belangstellende moet een intakegesprek voeren, waarin we sterk op karak tereigenschappen letten. Je moet bijvoorbeeld wel overtui gingskracht hebben, want in dit soort banen moet je jezelf De allochtone student is gewild Een documentmanager filtert informatie en blijft door de bomen het bos zien. elke dag weer bewijzen. Vooral in het bedrijfsleven, want van documentmanagers kan de schoorsteen niet roken - dus je moet goed in staat zijn je superieuren van je eigen belang te overtuigen." Voor Oppelland is het belang van de documentmanager inmiddels onomstreden. Kijkend naar de stapels tijdschriften waarvan er enkele al met een laagje stofbedekt zijn, merkt hij op dat zijn hoogleraar altijd zei: "als je een tijdschrift na een half jaar nog niet gelezen hebt, was de informatie kennelijk niet belangrijk voor je. Papier schift zich op die manier vanzelf uit. Maar nu zijn er computers. En op die documenten komt geen laagje stof." Oorspronkelijk verschenen in Desiderius, het tijdschrift voor afgestudeerden van de Erasmus Universiteit Rotterdam, jrgng 10 nr 2 (juli 1997). Dit is een iets bewerkte versie. Waarom was u eigenlijk niet in Ede, op de studiedagen van de KV AN? En als u er wel was, wat zocht u daar dan? Kwam u er voor uw plezier, wilde u uw collega's weer eens zien, moest u van uw baas de laatste ontwikkelingen op uw vakgebied volgen, kwam u om u door informatici te laten beledigen, kon u een boekenbon verdienen met een inleiding of zocht u het keiharde debat? We zullen er nooit meer achter komen. U bleef als klanten van de KV AN buiten beeld. Jammer, want u zag er met z n allen wel anders uit dan anders, daar in Ede. ^Vaar waren ze, de jonge honden van de jaren zeventig, het topkader van het openbare archiefwezen en de gangmakers van spraakmakende projecten, die jarenlang de studiedagen domineerden? In ruste, in hun nieuwe netwerken en aan het werk, vermoed ik. Het waren nu eerder de bedrijfsarchivarissen en de collega's van de particuliere archieven die de aandacht trokken. Ook het programma had duidelijk een ander karakter. Jarenlang waren de studiedagen broedplaats van heftige S/2* ||0J debatten, waar standpunten en toekomstvisies met elkaar werden geconfronteerd. 'Moest de klassieke inventaris blijven?' Je was er voor of tegen. Pas later bleek dat dat voor de ontwikkeling niet veel uitmaakte. Hij verdween gewoon. Ook de andere hete hangijzers raakten op. De herstructurering van het archiefonderwijs en de selectiemethodiek van PIVOT waren de laatste. Maar de archiefschool vertrok naar Amsterdam en PIVOT naar Haarlem en wat ze daar uitvoerden dat hield niemand meer bij. De tijd is voorbij dat niemand precies wist wat ons in de informatiemaat schappij te wachten stond en iedereen dus overal een mening over kon hebben. Deze studiedagen hadden een no non sense programma, waarvan 14% gericht was op discussie en 26% op het signaleren van trends. Bij de overige 60% werd je verteld hoe iets in elkaar zat of hoe je het zelf kon maken: een CD-ROM, een marktonderzoek, een kapotte foto, een Internet-site, een studiezaal, informatie voor klanten, een bezoekersraad, een digitale stamboom, een vriendenkring. Vier onderdelen nodigden uit tot discussie. Aan één onderwerp 1990 ook al een hektische VAN-vergadering besteed: het beroepsbeeld daarvan w< van de archivaris. Nu heette het 'Veranderend beroepsprofiel, van archiefbeheerder naar informatiebeheerder.' Wat een ouderwets mooi debat had dat kunnen worden! Jammer dat de inleiders er zo weinig van bakten; Hans Dekkers, vroeger voorzitter van de SOD, nu de man achter de HMDI (een soort SOD III), wist nog wel ruzie met de zaal te krijgen. Archivarissen met hun cultuurhistori sche preoccupaties raakten in een isolement, zo betoogde hij. Wat had je aan specialisten in context en cultureel erfgoed? Dat deden de mensen van zijn opleiding er in de toekomst wel even bij. De andere inleider verdween met de staart tussen de benen richting Den Haag. Hij had opnieuw het beroepsbeeld willen presenteren dat David Gracy de Nederlandse archivarissen in 1994 Den Haag had voorgehouden. "We need to project ourselves as being in the 'documentation', the authentication and the enterprising' business." Dat was andere koek dan de verandering van een archiefbeheerder in een informatiebeheerder! Scratch my archivist had Gracy gezegd, "and you find a red-blooded records enterpriser." Jammer dat het er in Ede niet meer van kwam. En als dat ertoe zou leiden dat de Vereniging van Archivarissen in Nederland de Vereniging van Informatiebeheerders in Nederland ging heten, moest hij maar lid worden van de SOD, dacht hij balorig. 100/10 DECEMBER 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 18