De reactie op door historici aangedragen voorheelden van voor vernietiging voorgedragen cultuurhistorisch belangrijke dossiers verbijsterde niet alleen die historici, maar ook collega's 20 21 moet zijn van elke loopbaan, ook nog op de gevorderde leeftijd van 53 jaar. In deze periode valt ook de oprichting van de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchiva rissen en de aanvang van de Commissie Nota-Archiefbeleid. Een commissie die heeft geresulteerd in collegiale vriend schappen voor het leven. Later, in Den Bosch kreeg ik de kans een nieuw, zij het tweedehands, gebouw te stichten, nadat een poging het gemeentearchief in te kopen in de voor het Rijksarchief te restaureren citadel was mislukt. Het was 1983 en te vroeg; een gemiste kans. De toen nog niet Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland en de Internationale Archiefraad, de International Council on Archives, boden een perfecte mogelijkheid voor een vervolg opleiding met nieuwe kennis en inzichten en nieuwe vrienden. Ik kreeg, geïnspireerd door een congres van de Society of American Archivists, de gelegen heid de Studiedagen van de Vereniging van Archivarissen in Nederland te her vormen. Van een dag met interessante referaten werd het twee en een halve dag met training en debat. Het in 1991 in Maastricht gehouden Europees Symposium spande de kroon met honderd vijftig sprekers en tweehonderdvijftig deelnemers. Buiten Nederland dient dit nog steeds als voor beeld. Toppen in het leven van een archi varis. Sinds 1990 werk ik in Dordrecht waar het Gemeentearchief in een Dienst Kunsten zijn plaats heeft. Dit maakt het mogelijk te werken in de context van de expertise en de produc ten van twee musea, een stichting voor culturele educatie, de muziekschool, het centrum voor beeldende kunst en de schouwburg. Jammer genoeg ontbreekt de openbare bibliotheek in onze groep. Maar wellicht verandert dat nog eens. Laagdrempelige, op toeristen gerichte tentoon stellingen krijgen nadruk. Spannend was de organisatie van een tentoonstelling in Montreal, in 1992, ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van Montreal en het tijdens de viering gehouden Internationaal Archief Congres. Een goede "exposure". Voorlopig gaan we door met de uitwisseling van tentoonstellingen met Canada. Evolutie naar professioneel vak In de 27 jaar die ik nu in het vak zit, is het archiefwezen, ook internationaal, geëvolueerd van een vak voor amateurs, historici, juristen, neerlandici met archivistiek als hulpwe tenschap, tot een vak voor professionals, archivarissen met inzicht in allerlei ondersteunende vakgebieden. We zijn ons er meer van bewust dat we in concurrentie leven met andere onderdelen in onze samenleving en dat we die samenleving niet alleen iets te bièden hebben maar ook iets hébben te bieden. Allereerst moeten we denken in termen van bedrijfsvoering en verantwoorde investeringen. In dat kader is het verheu gend dat eindelijk het materieel beheer een volwassen plaats begint in te nemen. Gaven vroeger veel collega's geen gehoor aan opmerkingen van restauratoren over de materiele achteruitgang van archiefstukken -volle studiezalen zijn prima, maar dat betekent ook dat de archiefstukken letterlijk worden stukgelezen- tegen woordig staat een goede conservering van archivalia op de agenda. Helaas zijn we nog niet zover als in Engeland, waar aan veel archieven een zogenaamde "preservation officer" verbonden is. Deze is beleidsmatig en beheersmatig verantwoordelijk voor het totale traject van materieel beheer, van de bouw- en inrichting van archiefbewaar plaatsen, via het transport van archiefstukken naar en van de studiezalen en hun klimatologische bewaringscondities in het hele gebouw, tot hun verpakking, verfilming of restau ratie. Woudschoten, waar tal van jaargangen Archiefschool oude stijl hun werkweken doorbrachten Rol van match-maker Een tweede, bijna genadeloze ontwikkeling is de automatise ring. De het-zal-mijn-tijd-wel-duren gedachte, die tot in de 80-er jaren nog opgeld deed, is verdwenen. Sluipenderwijs veranderden allerlei werkprocessen en de relatie met archief vormers en archiefbezoekers. We zijn steeds meer match maker tussen vraagstelling en bron. Want de automatisering mag een aantal handelingen hebben vereenvoudigd, de echte automatisering heeft een aantal moeilijkheidsgraden, als het ware een derde dimensie, aan ons werk toegevoegd die perspectief biedt. Als de voortekenen niet bedriegen dan zullen wij archivarissen ons uiterste best moeten doen om ons marktaandeel in het historisch onderzoek voor wat betreft de geschreven bronnen in relatie tot de gedrukte bronnen te behouden. Anders wijkt een toenemend aantal historici uit naar die laatste, zoveel gemakkelijker toegan kelijke bronnen, die in hoog tempo via allerlei technieken rechtstreeks in gedigitaliseerde vorm op simpele wijze bevraagbaar raken, en op zo aantrekkelijk korte termijn resultaten bieden. Liefde-haat verhouding Dit brengt mij bij een derde ontwikkeling, de relatie met de professionele historici, of beter de selectie van archiefbe standen voor permanente bewaring dan wel vernietiging. Iedereen die de afgelopen drie jaar de NRC of de Volkskrant heeft bijgehouden weet dat niet alle historici gecharmeerd zijn van voorstellen voor een andere aanpak van de selectie van overheidsarchieven. Voorstellen vanuit de Rijksarchief dienst beoogden terecht een einde te maken aan de onaccep tabele en onhanteerbare achterstanden in de overname van archieven van departementen en onderhorige diensten. Selectie moest een continu onderdeel van het archiefbe heersproces worden. De voorstellen werden in heldere, soms bittere, bewoordingen verworpen. Velen brachten voor de intellectuele exercities nog begrip op, maar de wijze van presentatie en de daarmee verbonden mis communicatie, bedierf veel, zo niet alles. De reactie op door historici aangedragen voorbeelden van voor vernietiging voorgedra gen cultuurhistorisch belangrijke dossiers verbijsterde niet alleen die historici, maar ook collega's. Het professionele historische bedrijf, een enkele uitzondering daargelaten, wendde zich vol afkeer van de selectie- en vernietigingsproblematiek af. Gelukkig trad er een kentering op en werden professionele historici betrokken bij het optellen van de instructies voor volgende bewer- kingen. Op dit terrein hebben we het slecht gedaan. Je kunt een natuurlijke bondgenoot -die bovendien gemakkelijk toegang heeft tot de landelijke pers- niet straffeloos van je vervreemden. Als gemeentearchivaris zou ik vergoelijkend kunnen opmerken dat het op gemeentelijk niveau nog steeds vrij redelijk gaat, maar zodra de selectie onderdeel wordt van een geautomatiseerd werkproces, en dat gebeurt, dan staat elke archivaris die zijn vak verstaat in het volle licht. Samenwerken met andere cultuurvelden Selectie is op dit moment kernpunt één van het professionele debat, en zal dat voorlopig ook blijven. Zeker wanneer we het debat verbreden naar verwante gebieden uit de cultuur sector. Immers, tezamen met bijvoorbeeld conservatoren van musea, archeologen, bouwhistorici, bepalen wij de inhoud van de zogenaamde Collectie Nederland, beslissen welke reconstructies van de historische werkelijkheid op termijn mogelijk zullen zijn. Ligt het niet voor de hand de totale selectieproblematiek tezamen met die cultuurvelden op nieuw te beschouwen? Het is niet onmogelijk dat wij van elkaar kunnen leren, en dat de dan te vormen Collectie Nederland heel wat interessanter zal zijn voor na ons komen de generaties. Bovendien zullen wij ons moeten gaan verdie pen in, laten we het maar documenteren noemen, van de nieuwkomers in onze samenleving. Komende generaties Ne derlanders moeten kunnen onderzoeken hoe de lotgevallen waren van die voorouders uit andere culturen, ongeacht of het land van herkomst nu Portugal, Spanje, Duitsland, Ita lië, Indonesië, West-Irian, Turkije, Marokko of Suriname is. Extra diploma's De professionalisering van de bijscholing van het zittend personeel is een vierde ontwikkeling. Bestond deze vroeger vooral uit gezelligheid, gevatte inleidingen en debatten tijdens ledenvergaderingen of studiedagen van de VAN, zo langza merhand melden archivarissen zich steeds meer voor applicatiecursussen van de Rijks- archiefschool of van andere opleidingsin stituten. Naar een dergelijk extra diploma is ook steeds meer vraag. Die ontwikkeling zal zich voortzetten en uiteindelijk resulteren in de instelling van een "register van archivaris sen", waarin ook bezitters van gelijkwaardige andere diploma's kunnen worden ingeschreven. Het Engelse Masters of Archives Administration is daar een voorbeeld van. 100/10 DECEMBER 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 11