Ik legde bloot dat hier groot onrecht is ge schied, er blijft kortweg geen donder van over en er is geen hond die er op reageert Bij moord op kinderen moet de onderste steen boven komen 16 17 spreekt, maar de politiecultuur is een beetje zo, dat als men over iets zwijgt, je voorzichtig kan gaan denken: wie zwijgt stemt toe. Wel heb ik reacties gekregen van betrokkenen. Na het verschijnen van 'De moord op Marietje van Os' werd ik benaderd door een jonger zusje van haar. Zij was blij met het verhaal. Ook heb ik wel, soms jaren later, lang gesproken met ouders van vermoorde kinderen over het gebeurde. Zij hebben dat als een soort bevrijding ervaren. Het gaf mij het gevoel iets goeds gedaan te hebben." Op uitgenodiging van de politie academie doceerde Blaauw jarenlang aan de rechercheschool. Naast zijn boeken, schreef hij ook een dik vakwerk 'criminele tactiek'met daarin alle facetten van dit onderwerp: rechercheren, verhoren, valse bekente nissen, gijzelingen, narcotica, moord- onderzoeken, infiltratie en ontvoering. Ook gaf hij lezingen en cursussen voor de rechercheschool in Schotland, in Lissabon en in Amerika, waar hij in 1971 een opleiding bij de FBI kreeg. Hoe anders werkt de FBI? "Alleen de taktiek is hetzelfde, die is over de hele wereld universeel. Maar de werkwijze op het gebied van het politieverhoor is in de USA toch wel wat anders dan hier. Wat ik zie als ethisch niet aanvaardbaar, daar hebben zij geen problemen mee. Ik noem het misleidend. Stel er is iemand dood gestoken en op het mes is geen enkel spoor gevonden en je zegt tegen tegen een verdachte -die de moord ontkent-: 'Wat zou je er van zeggen als jouw vingerafdrukken op dat mes staan'. Dan suggereer je iets. Maar ook hier gebeurt dat wel. Zo onderzocht ik een onderzoek uit 1994, over een moord op een stewardess in Putten. Publie kelijk, tijdens een televisie-uitzending, heb ik daarvan gezegd dat de veroor deling tot tien jaar van twee mannen op valse bekentenissen is gebaseerd. Ik heb uitgelegd waarom en hoe dat ge komen is. Ik heb de dossiers bestu deerd, ben ter plekke geweest en ik heb die veroordeelden urenlang in de gevangenis geïnterviewd. Mijn uit spraak is door niemand weersproken. Er is niemand die in brand vliegt; als ik chef recherche was die dat moordon- derzoek had geleid, zou ik terstond opgebeld hebben, met de vraag om dat eens te komen uitleggen." Gerechtelijke dwalingen volgend op polititionele "Ook de rechterlijke macht maakt fouten, want die wordt door het politieonderzoek al op een verkeerd spoor gezet. In de regel gaat aan een gerechtelijke dwaling een politionele dwaling vooraf. In de zaak Giessen- Nieuwkerk was dat heel duidelijk: tot aan de Hoge Raad toe zijn er fouten gemaakt, is er niet kritisch gekeken. Men was ervan overtuigd wie de moordenaar was en was daar niet meer van af te brengen. (In deze zaak werden onschuldigen veroordeeld op grond van onder druk afgelegde, valse getuigenverklaringen, A.M-v.B.) Door mijn vak heb ik geleerd om met feiten om te gaan. Tijdens een onderzoek moet je er voor waken dat je geen oogkleppen opzet, je steeds afvragen of De president van de rechtbank heeft ze ad informandum gezien. Toen ik er in het rijksarchief in Noord-Holland drie of vier van de eenentwintig gelezen het ook anders gebeurd kan zijn. Gebrek hieraan heeft toch geleid dat mensen ten onrechte veroordeeld zijn. Ook bij de paskamermoord in 1984. Men zei op een gegeven moment: dat is de moordenaar. Daar is op toege werkt. Als mensen dan onder druk komen te staan en een tijdlang in de cel zitten, zijn zij in staat om de gekste dingen te bekennen. Ik zou u zmensen kunnen aanwijzen, die als ik ze onder druk zet, de moord op Floris V zouden bekennen. Geheime rapporten Wat betreft de zaak Giessen-Nieuw- kerk weet ik niet welke gevolgen dat heeft gehad voor de rechterlijke macht. In een almanak zag ik dat de meesten er nog zijn. Ze is natuurlijk onafhanke lijk, hè? Het meest kwalijke in die zaak vind ik dat de processen-verbaal die de rechercheur schreef alleen be stemd waren voor de officier van ju stitie. Het waren geheime rapporten. Archiefstukken en moordwapen uit de zaak Giessen-Niettwkerk (foto Rijksarchief in Noord-Holland) had, dacht ik hé, hier kloppen dingen niet. Daar heb je gewoon recherche inzicht voor nodig. Maar ook nu is het nog steeds gewoonte, die geheime rapporten. Neem de geheime trajecten van de CID. Ik heb daar tegen geageerd, daar rea geert trouwens ook niemand op. Of een concreet voorbeeld: de ballpoint- affaire. De rechter bepaalt dat het dossier aan de rechtbank moet worden gegeven en die beoordeelt of het kan worden prijsgegeven. Wat doet de politie dan: die vernietigt dat stuk. Waarom? Vermoedelijk om de identi teit van de informant te beschermen. Maar de naam van een informant kun je ook aanduiden met een nummer. En in een afzonderlijke kaartenbak kun je dan zien wie dat dan is. Natuurlijk is het wel zo, dat als je een compleet verhaal leest, je in een aantal gevallen kunt herleiden wie dat was. Maar het gaat er om of de feiten kloppen en als je in zo'n zaak gaat rotzooien, zoals in de ballpointzaak... Ik zou die zaak best willen onderzoeken. Het zou de moeite waard zijn om dat dossier te bestuderen. Maar dat be langrijke stuk is vernietigd." Methodiek bij onderzoek een dader kon weten, of die beslist op de dader zijn terug te voeren. Dan bekijk ik de behandeling van de recht bank en eventueel het beroep. De sfeer van de rechtszaal haal ik graag uit de rechtbankverslagen in kranten. Naast dit papieren onderzoek, maak ik inter views en ga -ongeacht het aantal foto's, tekeningen en kaarten- als het even kan ter plaatse kijken. Zelfs in de zaak Giessen-Nieuwkerk ben ik naar de plaats gegaan waar het stationnetje ooit stond. Je ziet meer en je krijgt ook inspiratie." Dames, drank, dubbeltjes, dobbelen, drugs en dirty tricks "Archiefonderzoek heeft maar één na deel: het is verslavend. Ik ben er nau welijks weg te slaan. Ik kom dingen tegen die met mijn onderzoek niets te maken hebben en denk dan, verrek, dat is ook interessant voor een onder zoek! Zo kwam ik in het rijksarchief in Leeuwarden een dossier uit 1932 tegen, waarop stond 'misdragingen van gemeenteveldwachter zus en zo'. Integriteit en corruptie interesseren mij, dus ik wilde weten: was corruptie zoveel jaar geleden nu anders dan vandaag? En dan blijkt dat alle corruptie-indicerende factoren zijn te herleiden tot dames, drank, dubbeltjes, dobbelen, dalven, drugs en dirty tricks. Ook in deze zaak. In dat dossier vond ik een keurig getypt rapport van een rijksveldwachter uit 1932, opge maakt door mijn vader. Ik was toen vier jaar oud. Ik zag 't al voor me: hij zittend achter de typemachine terwijl er zes kinderen in dat huis rondkropen. Het bureau was namelijk aan huis. De eerste keer dat ik archiefonderzoek deed in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag werd me dat even voorge daan en ik dacht Jezus...wat ingewik keld. Maar ik heb er nu een zekere routine in gekregen. Als ik iets belang rijks vind, dan heb ik een goede dag gehad. Ik ben gewoon weer op een andere manier aan het rechercheren en dat vind ik heerlijk werk. Mijn positie "Ik ga volgens een bepaalde metho diek te werk, waarbij ik eerst inventa riseer wat er in de archieven te vinden is aan stukken over een bepaalde moordzaak. Processen-verbaal en der gelijke. Daarnaast maak ik een lijst van publicaties in kranten en tijd schriften. Die gaan overigens onderaan de stapel, want dat zijn niet altijd de meest betrouwbare bronnen, om het genuanceerd te zeggen. Alleen oude rechtbankverslagen, uit de jaren twin tig en dertig, zijn vrij nauwkeurig en geven een aardig beeld. Als ik aan het werk ga dan zoek ik eerst het logische begin op: hoe is die moord ontdekt, hoe heeft zich dat toegedragen, wat zijn er voor getuigen, hoe lang zit er tussen de ontdekking en de arrestatie, wat is de aanleiding geweest tot de arrestatie, hoe is het gegaan met de bekentenis - als die er is-, hoe is die ondersteund door feiten die of alleen Op de plek van de misdaad. Ren van de daders (op de rug gezien vertelt hoe de moord heeft plaastgevonden (foto: gemeentepolite Rotterdan 100/7 SEPTEMBER 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 9