s De staatssecretaris vindt dat de vraagsteller en de vraag meer centraal moeten staan en minder de logica van de informatieverzamelaar 4 5 voor een informatiewet. Hij schreef ciat Kohnstamm in zijn tijd als lid van de Tweede Kamer een lans zou hebben gebroken voor een informatiewet. De De staatssecretaris (foto: fotobureau Thuringen, Den Haag) staatssecretaris kan zich niet herinne ren dat hij over een integrale informa tiewet een uitspraak heeft gedaan. "Ik zou niet eens weten hoe die er onge veer moet uitzien. Ik heb wel bepleit dat in de overheidsinformatievoorzie ning meer politieke sturing zou worden gegeven. Dat is niet in eerste instantie een wet. Ik ben er op het ogenblik niet erg voor. De ontwikke lingen gaan zo ontzettend snel. De informatievoorziening en zeker de technologische ontwikkelingen laten zich absoluut niet vangen in regel geving. Ik vind voorlopig nog niet dat we aan het einde van de rit zitten, waar het de beïnvloedingsmogelijk heden betreft van collega's om hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen". Kohnstamm is thans geen voorstander van een informatiewet, omdat hij de feitelijke ontwikkelingen niet wil bevriezen. Dat zou, aldus de bewindsman, betekenen dat Neder land al heel gauw op een achterstand zou komen, ook in vergelijking met de omringende landen. Essentiëler vindt hij, dat mensen zich bewust worden van hun verantwoordelijkheden en de risico's op dit terrein. Politieke agenda De problemen rond de houdbaarheid en raad pleegbaarheid -en daar mee toegankelijkheid van digitale overheids gegevens zijn immens groot. Dit knaagt aan de wortels van de rechtsstaat. Verant woording van en con trole op het over heidshandelen kunnen in gevaar komen. Ver dient dit thema geen plaats op de politieke agenda bij de komen de kabinetsformatie? "Waar het de rele vantie betreft zou dat zeker kunnen. Nou wreekt zich hier dat ik er een groot voorstander van ben om kabinetsfor maties kort te doen duren en regeer akkoorden zo dun mogelijk te laten zijn. Een regeerakkoord sluit je op basis van wantrouwen. Ik zou wensen dat iedere formatie meer op basis van vertrouwen, samenwerking en fatsoen lijke argumenten zou worden gesloten. Ik ben voor kleine regeerakkoorden en daarmee zal wat mij betreft digitale duurzaamheid vanuit die invalshoek er niet in komen. Niettemin is het een onwaarschijnlijk belangrijk onderwerp, waarvan ik het ook heel plezierig vindt dat de Kamer er tot nu toe twee of drie keer expliciet bij stil heeft gestaan, omdat het daarbuiten niet of nauwe lijks leeft". Het programmabureau Digitale Duurzaamheid, dat Kohn stamm samen met Aad Nuis, staats secretaris van Cultuur, heeft ingesteld, lijkt een druppel die verdampt voor hij de gloeiende plaat bereikt. Voorlopig, zo stelt Kohnstamm, zullen we het daar mee moeten redden. "Nuis en ik hebben er hard aan gewerkt. De notitie is naar buiten. De Kamer heeft zich er in kunnen vinden. Nu is het gewoon zaak dat het doot blijft gaan en dat de doelstellingen worden be reikt. Ik heb voorlopig geen informatie die luidt dat we het niet zouden red den". Over ongeveer vier jaar loopt het programmabureau Digitale Duur zaamheid ten einde. Hoe dan verder? "U vraagt te veel. Eerst maar eens even kijken hoe ver we dan gekomen zijn. Toen ik in 1981 de professionele politiek inging, heb ik een cursus 'presenteren in het openbaar' gedaan. Een van de lessen was: nooit ingaan op 'als'-vragen". Dilemma In de nota 'Naar toegankelijkheid, van overheidsinformatie omschrijft Kohnstamm de exploitatie van overheidsinformatie als "het dilemma van de publieke taak Voor welke informatie moet de burger gaan betalen? Waar ligt voor de staatssecretaris de grens? "Alle informatie waar burgers in hun uiteindelijke meningsvorming over beleidsontwikkeling en beleidsbeslis singen bij betrokken moeten en kun nen worden, moet in beginsel gratis dan wel tegen verwaarloosbare kosten beschikbaar worden gesteld. In eerste instantie zijn dat -voor de rijksoverheid sprekend- alle wetten en de daaraan ten grondslag liggende afwegingen, in beleidsnota's neergelegd dan wel in de Kamer openbaar bediscussieerd. Ik zou ook wensen, maar dat is niet zo mak kelijk, dat de uit de wetten voortko mende jurisprudentie in een systeem terecht komen, waar burgers altijd aan kunnen komen zonder daarvoor te hoeven betalen. Nu is dat anders". U wilt de afstand tussen burger en overheid door middel van elektronische consultaties verkleinen. Is clat niet te optimistisch? Veel mensen met lage inkomens kunnen zich geen computer met modem veroorloven. Digitale overheidsinformatie bereikt hen niet. "Het is absoluut waar, dat je voor het verkrijgen van digitale informatie eerst een behoorlijke investering moet ple gen. Er moeten bovendien kennis en vaardigheden aanwezig zijn. In die zin is burgerconsultatie via Internet voor- lopig nog een elitaire aangelegenheid. Nou is er niks mis met het zijn van elitair, onder de voorwaarde dat je je voorneemt om je uiterste best te doen dat zo kort mogelijk te blijven. Het kabinet probeert, dat zal onder meer blijken op de derde dinsdag in sep tember, fors wat geld vrij te maken langs twee lijnen. Beschikbaarstelling van die informatie voor een groter publiek te realiseren door bij biblio theken, club- en buurthuizen configu raties te plaatsen. En daarmee samen hangend een grote investering in het onderwijs te doen om de tweedeling zo klein mogelijk te maken tussen men sen die niet kunnen of willen omgaan met digitale informatie en mensen die dat wel kunnen of willen. U noemt bibliotheken en buurthuizen. Zouden archiefdiensten hier geen rol kunnen spelen? "Op den duur zeker. Het zal niet mijn primaire doelstelling zijn. Archieven gaan natuurlijk over informatie die zijn directe actualiteitswaarde heeft ver loren. Ik wil het daarheen leiden, dat we in eerste instantie informatie verstrekken over de Betuwelijn of een eventuele nut en noodzaak van een tweede luchthaven. Ik wil het ook technisch daarheen leiden, dat velen daar aan kunnen komen. En dan komt daarna noodzakelijkerwijs dat met archieven een grotere toegankelijkheid wordt gerealiseerd". De Commissie Cohen heeft in haar in fe bruari 1997 gepubliceerde rapport 'Markt en Overheid' geschreven, dat overheidsin stellingen hun marktactiviteiten moeten af stoten. Het kabinet beschouwt, aldus uw nota 'Naar toegankelijkheid van overheids informatie' de voorstellen van de commissie als een goed kader voor de overheid. De ver koop en bewerking van informatie valt niet onder de uitzonderingen die in het rapport van Cohen worden genoemd. Komen ver schillende overheidsinstellingen bij de uit voering van de voorstellen niet in financiële problemen? "Dat zou kunnen. Zoals u in de nota heeft kunnen lezen, hebben we de uiteindelijke conclusie -namelijk dat die verkoop niet mag plaatsvinden- ook nog niet kunnen of durven trekken. We zeggen wel 'Cohen' is het kader, we vinden het minder gewenst. Achter de uiteindelijke versie van de nota gaat een dilemma schuil dat on geveer aldus luidde. Ik had de Kamer toegezegd in de eerste helft van het lopende jaar met die nota te komen. Bij de totstandkoming ervan stuitten we op dit probleem. Meer concreet: is alle gegevensregistratie van CBS openbaar of mag CBS die gegevens te gelde maken, zoals dat bij sommige basisregistraties het geval is? Het bleek een woud te zijn aan zelfstandige bestuursorganen, die gegevensverza melingen onder zich hadden. Van een aantal was bekend dat ze nog niet zo gek lang geleden door hun minister en departement waren geforceerd om die gegevensbestanden commercieel te exploiteren. Als ik zou zeggen, ik vind dat dat niet zou moeten -wat ik overigens vind- en als ik dat in de praktijk zou brengen, dan weet ik absoluut niet wat dat gaat kosten. We hebben het punt geagendeerd. We moeten proberen een overzicht te krijgen van het aantal organisaties dat gegevensbestanden voor de overheid verzamelt, opbouwt en welke commer ciële toepassingen ze zelf op de markt brengen". Komt het werk van de Centrale Archief Selectiedienst hierdoor niet in gevaar? "Nee, want de CAS is minder centraal archief en meer selectiedienst. Een on waarschijnlijk belangrijke organisatie overigens. In hoeverre de nota Cohen problematisch is voor de inmiddels verzelfstandigde CAS, daar zou ik nog eens over moeten nadenken". Kunt u zich voorstellen dat het archief van de Binnenlandse Veiligheidsdienst door particuliere archiefbureaus wordt geordend en toegankelijk gemaakt? "Neen". Ziet u dat liever door de CAS gebeuren? "Zeker. Ik behoor niet tot degenen die denken dat marktwerking overal en altijd nastrevenswaardig is. De reden dat ik enthousiast ben over de ontwik kelingen bij de CAS, is dat we probe ren deze dienst marktconform te laten werken. Dat is iets heel anders dan daar pure marktwerking op los te laten". Kanteling van dienstverlening Volgens Kohnstamm kunnen archief diensten in hoge mate bijdragen aan de toegankelijkheid van overheidsin formatie. Hij noemt met name het ontwikkelen van zoeksystemen. Kohnstamm bezocht ooit het gemeen tearchief van Amsterdam om de geschiedenis van zijn huis te achter halen. Hij raakte het spoor bijster in 1637 en vond het onderzoek via al lerlei historische belastingbetalingen vreselijk ingewikkeld. "Het zoeksys teem in dat archief -hoewel ik het een enig archief vind en wat ik hier als voorbeeld geef is absoluut geen kritiek op dat archief-, is zodanig dat ik er niet uit ben gekomen. Toegankelijk heid vergt kanteling van dienstverle ning". De staatssecretaris vindt dat de vraagsteller en de vraag meer centraal moeten staan en minder de logica van de informatieverzamelaar. De toe gankelijkheid van de dwarsverbanden tussen archieven vindt hij daarom zeer relevant. 100/7 SEPTEMBER 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 3