mi Iwerken en aan de weg timmeren Buren- Oq «te Een miljoen voor het Nederlands Architectuurinstituut Wijziging Archiefwet 1995 Door Godelieve Bolten In Broncommentaren 3 worden negentiende- en twintigste- eeuwse bronnen becommentarieerd op het terrein van de registratie van onroerend goed. Aan bod komen achter eenvolgens de kadastrale legger en aanverwante bronnen, de kadastrale kaart, de overschrijvingsregisters van akten met eigendomsovergang, de registers met de uitkomsten van de herzieningen van de grondbelasting, de notariële akten met betrekking tot de registratie van onroerend goed en het systematisch woningonderzoek. Broncommentaren 3: Bronnen betreffende de registratie van onroerend goed in de negentiende en twintigste eeuwonder eindred. van G.A.M. Van Synghel. ISBN 90-5216-101-2, ca. 250 blz., geïll., prijs 35,-. Publicaties van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis zijn verkrijgbaar bij de boekhandel of rechtstreeks te bestellen via Postbus 90755, 2509 LT Den Haag, tel. 070- 3814771, E-mail: rgp@inghist.nl Staatssecretaris Nuis van OCenW heeft het NAi voor de pe riode 1997-1999 een eenmalige aanvullende subsidie toege zegd van één miljoen gulden. Deze subsidie is bedoeld om ach terstanden in het collectiebeheer weg te werken en omvang rijke archieven van bekende architecten toegankelijk te maken. Op 21 augustus jl. is bij de Tweede Kamer ingediend een voorstel van wet (nr. 25 464) tot aanpassing van bijzondere wetten aan de derde tranche van de Algemene wet bestuurs recht (Awb). In deze derde tranche is de Awb aangevuld met bepalingen o.m. over subsidiëring, bestuursdwang en toe zicht. Waar dergelijke bepalingen in bijzondere wetten voorkomen, moeten deze aangepast worden aan de opzet en terminologie van de Awb. Hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel bevat aanpassingen van de Archiefwet 1995. De aanpassin gen zijn merendeels terminologisch. Zo wordt de uitvoerige omschrijving van wat wij 'dwangdepot' noemen (art. 24, tweede lid, van de Archiefwet 1995), vervangen door een simpele bepaling dat de minister bevoegd is tot toepassing van bestuursdwang in geval een overheidsorgaan een aan wijzing als bedoeld in het eerste lid van art. 24 niet opvolgt. De artt. 34, eerste lid, en 39, eerste lid, worden vervangen door de bepaling dat GS bevoegd zijn tot toepassing van bestuursdwang in geval B. en W. resp. het DB niet voldoen aan hun verplichting zorg te dragen voor de archieven. Wat bestuursdwang inhoudt en hoe deze wordt toegepast, staat in de Awb. Verder worden de bepalingen over toezicht door de rijksar chiefdienst, de provinciale archiefinspecteur, de gemeentear chivaris en de waterschapsarchivaris iets anders geformu leerd, zonder dat de aard en inhoud van het archieftoezicht materieel verandert. Aan de artt. 33 en 38 (over de goed keuring van bouwplannen) wordt o.m. toegevoegd dat GS goedkeuring kunnen onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dat laatste is toegevoegd omdat, volgens de memorie van toelichting, de goedkeuringsfiguur in de Archiefwet 1995 mede bedoeld is als instrument voor GS om de plannen van gemeenten en waterschappen te kunnen 'sturen'. Volgens het wetsvoorstel worden de artikelen 15, 18 en 19 van het Archiefbesluit 1995 (die over toezicht op rijksniveau gaan) overgeheveld naar de Archiefwet 1995 (artt. 24a en 24b) en aangepast aan de terminologie van de Awb. Art. 16 en een deel van art. 17 zijn overbodig geworden, omdat daarover nu in de Awb voorschriften staan. Wat uit art. 17 naar de Archiefwet 1995 verhuist is de bepaling over het inachtnemen van de voorschriften inzake beveiliging van geheimen. Hoofdstuk VI van het Archiefbesluit zal, bij in werkingtreding van de aanpassingswet, komen te vervallen. Tenslotte herstelt de voorsgestelde aanpassingswet een foutje in art. 41, eerste lid, onder b, van de Archiefwet 1995: daar komt te staan 'met enig openbaar gezag bekleed' (zoals het al wel in art. 1, eerste lid, van de Archiefwet 1995 staat). Historische collecties in de moderne bedrijfsorganisatie s Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchivarissen (NVBA) hield de Vereniging Nederlands Economisch-Historische Archief (NEHA) op 11 juni jl. te Amsterdam een studiemiddag over Historische collecties in de moderne bedrijfsorganisatie. 100/7 SEPTEMBER 1997 Ruim honderd personen waren op het verjaarsfeestje aanwe zig, merendeels bedrijfsarchivarissen, maar ook een ruime vertegenwoordiging uit het openbare archiefwezen, waarvan niemand aan het eind van het feest met lege handen vertrok. Dankzij vier subsidiënten kregen alle deelnemers een exem- van het Centraal Archief. Zodra de archiefbestanddelen hun bewijs- of informatiewaarde verliezen, worden deze aan derden overgedragen. Zoals de overdracht van de archieven van de Staatsmijnen tot 1989, aan het rijksarchief in Lim burg, en bedrijfsfilms aan de voormalige Stichting Film en Wetenschap in Amsterdam, nu onder deel van het Nederlands Audiovisueel Archief. Ook werden drie bibliotheken in Maastricht met schenkingen verblijd. Discussies tijdens de bijeenkomst (foto: Bouwe Hij ma) plaar van de nieuwste NEHA-uitgave Particuliere archieven en de historische collecties in de moderne bedrijfsorganisatie mee naar huis. Vóór de officiële aanbieding van het eerste exemplaar, gaven vier 'smaakmakers' van het jubileumboek, een terug blik op tien jaar ervaring met hun historische archieven c.q. collecties. Ronald Kerpershoek, hoofd van het Centraal Archief van DSM (de voormalige Staatsmijnen), vertelde hoe het archief- beleid bij DSM met de organisatorische ontwikkelingen van het bedrijf in de pas bleef, waardoor de historische bestanden goed bewaard gebleven en toegankelijk zijn. Heel belangrijk daarbij was de totstandkoming van de 'Corporate Require ment Records Management' uit 1992, waarin het huidige archiefbeleid is vastgelegd. De verschillende bedrijfsonder delen zijn voor hun eigen archiefbeheer verantwoordelijk; vorming en het beheer van het concern archief is de kerntaak Jan van Tigge/en van Wolters Kluwer N.V. toonde welke gevaren de archieven van oude, gerenommeerde bedrijven bij concernvorming bedreigen. Naarmate de verantwoordelijkheid bij de archief vormende afdelingen ligt, dus laag in de organisatie, zijn die gevaren des te groter. Hij noemde de juridische vorm van een bedrijf de jas, de activa en passiva de inhoud. Wolters Kluwer werd door hem neergezet als '400 jassen, die voortdurend van vorm en inhoud veranderen', met alle gevaren voor de archieven van dien. Herschikkingen van activiteiten en eenheden, vinden meestal op het hoogste niveau plaats. De verantwoordelijkheid voor de archieven dient op dat zelfde niveau te liggen. En een verantwoord archiefbeheer op concernniveau stelt niet alleen de verplichte bewaartermij nen veilig, maar ook de historische termijnen, de 'bewaring voor de eeuwigheid'. Douwe Egberts/Van Nelle's Bart Langhorst is coördina tor bedrijfshistorische collecties en ontwierp een beleidssce nario voor het beheer en de exploitatie ervan. Hij vertelt hoe hij de 'winstverantwoordelijke onderneming' van de nood zaak tot uitvoering van zijn plan had willen overtuigen: behalve op de bewijs- en informatiewaarde had hij de nadruk gelegd op de publicitaire waarde, lees: het commerciële belang van de collecties. Zo had hij de Raad van Bestuur laten zien, dat in de afgelopen twee jaar meer dan 200.000 mensen bedrijfshistorische presentaties hadden bezocht. De archieven

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 14