Wie is er han voor de steekproef? Werk in Dat massale uitvoeringsbestanden voor permanente bewaring in aanmerking kunnen komen, is in het archiefwezen geen punt van discussie meer Door Jeroen van Oss 16 17 intensieve aanpak van de collectie, werd het project in twee jaar voltooid. Met inachtneming van de lokale context is de ontwikkelde methodiek breder bruikbaar. Van de ongeveer 15.000 tekeningen bleven uiteindelijk zo'n 5.000 bewaard; ook met inhou delijke methodes bereik je verant woorde selectiepercentages in aan vaardbare projecttijden. Bovendien zijn de ontwikkelde criteria het resultaat van samenwerking tussen onderzoeker en archivaris. Door (architectuur)- historici het materiaal zowel te laten selecteren, als te beschrijven kunnen toekomstige gebruikers verzekerd zijn van een gelegitimeerde historisch verantwoorde en goed raadpleegbare collectie, zo stelt het eindrapport van het project. Behalve inhoudelijke selectiecriteria leverde het project ook ervaring met het geautomatiseerd bewerken en ontsluiten van het tekeningenbestand op. Naar verwachting presenteert de Geschiedeniswinkel het rapport 'Het archief van de tekenkamer' in septem ber 1997." jSSj 1 F.J. Hoving, 'Tout a 1'égout? Selectie en vernietiging uit de archieven van het Nederlands Architectuurinstituut', NAB 98 (1994), 76-82. 2 De beschrijving pretendeert eerder een impressie te geven dan volledig te zijn. 3 Doelmatig tekeningenbeheer. Rapport van de werkgroepen voor tekeningenbeheer van het Nederlands Instituut voor Documentatie en Registra- tuur en van het registratiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ('s Gravenhage 1965) 4 B.A.B. Schmitz, 'Tekeningenbeheer', Archiefbeheer in de praktijk (Houten 1986 ev) afd. 5515. 5 M.A. Bakker, 'Kaarten en tekeningen in onze archieven', OD (1988), nr.4, 55-59 6 Het is de tijd waarin zojuist in het Nieuws van Archieven een Terminologie voor grafische archivalia verschijnt. H. van Voorst tot Voorst - Roland, 'Tekeningenarchieven bij Rijkswaterstaat', OD (1988) 5, 85-89. Al in 1986 was in OD een artikel over het tekeningen en micro-archief van de gemeente Haarlemmermeer verschenen; H.J. de Vries, Tekeningen en micro-archief Haarlemmermeer, OD (1986) 3, 29-30. Ook bij gemeenten bestaan voorschriften voor het tekeningenbeheer (Rotterdam, Lelystad). 8 In tekeningvoorschriften voor gemeentelijke instellingen in Lelystad en Rotterdam kan men een vergelijkbare opzet aantreffen. De Rijkswater- staatlijst is onder andere gebruikt bij de selectie van tekeningenarchieven van Provinciale Waterstaat en PPD in de noordelijke provincies. 9 Zie noot 1 10 Reeds in 1986 verscheen in het Nederlands Archievenblad een artikel waarin gepleit werd voor een interdisciplinaire samenwerking van kunst historici en archivarissen bij de bewerking en het beheer van tekeningenarchieven. Dirk Baaiman en Erik de Jong, 'De collecties van het toekomstige Instituut voor Architectuur en Stedebouw. Een pleidooi voor interdisciplinaire bewerking en beheer', NAB 90 (1986), 15-25. Drs. Marjan de Groot, Het archief van de tekenkamer. Een onderzoek naar selectiecriteria voor werktekeningen (1870 -1990) (Groningen. Geschiedeniswinkel RUG). Verschijnt september 1997. Tijdens de KVAN-studiemiddag 'Steekproeven als selectiemiddel' vlogen ingewikkelde statistische termen door de zaal. 'Moeten we nu een a-selecte steekproef met teruglegging toepassen of kunnen we volstaan met een gestratificeerde random-systematische steekproef?' Dilemma's die menig alfa-archivaris tot wanhoop kunnen drijven. Toch is het allemaal niet zo moeilijk als het lijkt. De Nijmeegse historicus- methodoloog dr. O. Boonstra, geïnspi reerd door de rijdende psychiater van de Amsterdamse GG&GD, slaagde er tijdens de studiemiddag op 10 april jl. in om archivarissen van een paar steekproef-angsten af te helpen. Met de voorbereiding van deze middag in de aula van de Koninklijke Bibliotheek startte begin '96 al een werkgroep, bestaande uit archivarissen en historici. In koppels onderzochten zij de mogelijkheden tot reductie van een aantal massabestanden. Onder de behandelde cases bevonden zich onder meer rechtbankdossiers, cliëntendos siers van een GG&GD en een sociale Oq dienst, vreemdelingen- en bouw vergunningendossiers. Daarnaast werd aandacht besteed aan het 'aftappen' van gegevens uit massale archief bestanden door onder andere het CBS. De neerslag van deze onderzoeken werd vastgelegd in een bundel, getiteld: 'Steekproeven uit massale archiefbestanden ter wille van het historisch belang', onder redactie van P. Klep en uitgegeven door de KV AN. A-selecte steekproef als reductie methodiek Dat massale uitvoeringsbestanden voor permanente bewaring in aanmerking kunnen komen, is in het archiefwezen Deze methode is veelvuldig besproken, maar in Nederland nog zelden op systematische wijze toegepast. De zeldzame daadwerkelijk uitgevoerde steekproeven baseerden zich vaak op natte vingerwerk, waarbij noch de werkwijze werd vastgelegd, noch de structuur van het oorspronkelijke bestand grondig onderzocht. De onderzoekswaarde van massabestanden die op een dergelijke ondoordachte wijze gereduceerd zijn, is twijfelachtig. Deze overweging doet veel archivaris sen besluiten om dan maar helemaal geen reductie toe te passen. Zij beschouwen de steekproefmethode als glad ijs en gaan over tot integrale vernietiging of soms zelfs algehele bewaring. Ook een gereduceerd massabestand is nog zeer omvangrijk. De casus GG&GD Amsterdam De casus die ik behandel, betreft het bestand cliëntendossiers van de voor malige afdeling Geestelijke Hygiëne van de GG&GD in Amsterdam. Dit bestand bevat zo'n 250.000 dossiers (circa 750 meter) uit de periode 1900 - 1991. Er ligt een plan van aanpak voor de reductie van dit archief, opgesteld door een werkgroep, bestaande uit een beleidsmedewerker en een archiefbe heerder namens de GG&GD, een onderzoeker en mijzelf namens het Gemeentearchief Amsterdam. Afhan kelijk van de besluitvorming wordt het plan in de loop van dit jaar uitgevoerd. Ik loop hier de totstandkoming van dit plan van aanpak aan de hand van het zes-stappenmodel in kort bestek door, Gebouw van de GG&GD aan de Nieuwe Achtergracht, 1922 (foto: Gemeentearchief Amsterdam) geen punt van discussie meer. Het principe 'beleid bewaren, uitvoering vernietigen' wordt ook door Pivot niet (meer) gehuldigd. Bepaalde massa bestanden, zoals die in de bundel, bieden belangrijk inzicht in de wisselwerking tussen burger en overheid. Informatie die niet uit genoemde bundel en mijn lezing op de studiedag heb ik een voorbeeld gegeven van een systematisch opge zette reductie door middel van steekproeftrekking. Het toegepaste zes-stappenmodel is nadrukkelijk een model in ontwikkeling, ontstaan tijdens de sessies van de genoemde werkgroep. Nieuwe inzichten, op basis van verdere praktijkervaring, zullen zeker aanpassingen tot gevolg hebben. Geen archivaris wil graag jarenlang honderden meters depotruimte opofferen, om vervolgens van onder zoekers te horen dat zij niets met het bestand aankunnen. Met een systematische, doordachte aanpak hoeft men daar niet bang voor inclusief de kanttekeningen van Boonstra tijdens de studiemiddag. Het model bestaat uit de volgende zes stappen: 1 onderzoek naar de archiefvormer; 2 onderzoek naar de structuur van het archief; 3 analyse van de gegevens in het bestand en in daaraan gerelateerde bestanden; samenvattende bronnen, zoals jaar verslagen of statistieken te halen is. Tegelijkertijd beseft iedereen dat deze bestanden een bijzonder groot beslag leggen op depotruimte en conserve ringsmiddelen. Ook onderzoekers zien zichzelf niet graag geconfronteerd met onoverzienbare massa's dossiers. Een uitweg uit dit dilemma biedt reductie door middel van een a-selecte steek proef met een representatieve weer gave van het oorspronkelijke bestand, de populatie. De trekkingsmethode is zodanig willekeurig, dat elk dossier evenveel kans heeft. Op basis van een a-selecte steekproef zijn statistische analyses mogelijk, die voor de hele populatie gelden. te zijn, of in Boonstra's woorden: "onderzoekers zullen altijd wat aan te merken hebben, maar ze zullen toch dankbaar zijn dat er een steekproefbe- stand bewaard is gebleven". In mijn (uitgebreide) artikel voor de boven- 100/4 juni 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 9