Verhuizing deel archieven Axel tegen zere been historici Mag archief wel of niet verhuizen In een tijdperk van toenemende technologische mogelijkheden is het gesleep met archieven toch tamelijk ouderwets 10 11 opgemaakte bijlagen bij de registers van de burgerlijke stand en de archieven van de kamers van koophandel van vóór 1922 heeft de minister van OC&W op grond van artikel 8, derde lid, Archiefwet 1995 de machtiging van de minister van Justitie, respectievelijk Economische Zaken nodig. De archieven van de rechtbanken in eerste aanleg en van de vredegerechten worden niet in eigendom aan de gemeenten overgedragen. Regelingen van inbewaringgeving die daar betrekking op hebben, worden in overleg beëindigd, waarna deze archieven naar de rijksarchiefbewaarplaatsen terug kunnen. Voor de overdracht in eigendom haateert de Archiefwet 1995 goeddeels dezelfde voorwaarden als die golden ten aanzien van de inbewaringgeving: de betreffende gemeente moet een goedgekeurde archiefbewaarplaats hebben en een archivaris in de zin van de wet. In de memorie van toelichting op de wet merkte de minister verder op, dat de archieven na overdracht niet minder toegankelijk en raadpleegbaar mogen zijn, dan wanneer zij in de rijksarchieven zouden berusten. Tegendraadse gemeente De verwachting dat gemeenten verheugd zouden zijn nu ze hun 'geschonden archieven' definitief konden completeren, ging niet op voor de Zeeuwse gemeente Axel. Deze ge meente vestigde in 1994 de aandacht op zich, toen ze bij het vertrek van de archivaris niet van zins was opnieuw een archivaris te benoemen. Commotie hierover in de regionale pers en talrijke reacties van historisch geïnteresseerden, leidden uiteindelijk in 1995 toch tot de benoeming van een nieuwe archivaris. Het werkzame aandeel van de rijks archivaris in Zeeland bestond er uit dat hij het gemeentebe stuur erop wees, dat de 62 meter door het Rijk aan Axel in bewaring gegeven archivalia uit de periode 1463-1915, terug moesten keren, als er geen nieuwe gemeentearchivaris werd benoemd. Ongewild heeft hij hiermee wellicht de basis gelegd voor de vervolgactie van de gemeente Axel. Na de constatering dat restauratie van de betreffende archiefbe scheiden kostbaar was en de inventarisatie ervan de ge- Wethouder Van Schaik stuurde archieven terug (foto: Jos Bleijenbergh meentearchivaris veel tijd zou kosten, besloot het gemeen tebestuur de archiefbescheiden terug te geven aan het rijksarchief te Middelburg. Axel schiep hiermee een prece dent: nog niet eerder had een gemeente in Nederland een dergelijke stap genomen. Buiten kijf staat overigens, dat een gemeente het recht heeft een dergelijk besluit te nemen: de overeenkomst, die is aangegaan, kan ook weer ontbonden worden. Protesterende Amsterdammer Tegen het besluit van B&W van Axel werd bezwaar gemaakt door een ex-Amsterdammer, die zich na zijn arbeidzame leven speciaal te Axel had gevestigd om archiefonderzoek te kunnen doen naar zijn voorouders. Omdat hij vreesde, dat de gemeente de archieven ijlings naar Middelburg zou laten afvoeren, vroeg hij tevens een voorlopige voorziening aan de president van de rechtbank te Middelburg. Deze oordeelde, dat de verzoeker niet ontvankelijk was, omdat zijn belang niet kon worden aangemerkt als een persoonlijk belang, dat te onderscheiden was van belangen van anderen. Op grond van de Algemene Ex-Amsterdammer F. Inniger: geen persoonlijk belang wet bestuursrecht is de aanwezigheid van een dergelijk persoonlijk belang nodig om met succes bezwaar te kunnen maken. Het college van B&W van Axel nam de motivering van de rechtbank dankbaar over en wees het bezwaarschrift op dezelfde gronden af. Bizarre voetnoot Ondanks alle formeel juiste besluiten en procedures riekt de Axelse affaire onmiskenbaar naar rancune: een verant woordelijk wethouder, die zijn zin niet kreeg bij het schrap pen van de archivarisfunctie, haalt zijn gram door archieven terug te sturen. Het is zeer de vraag of hij zijn gemeente daarmee een dienst bewees. De conclusie is gemakkelijk te trekken: een gemeente, die er zo overduidelijk blijk van geeft niet voor haar eigen cultuur-historische erfgoed te kunnen zorgen, is te klein om zelfstandig te kunnen voort bestaan en dient bij de eerstvolgende gemeentelijke herindeling te worden opgeheven. De archieven zijn intussen weer in de rijksarchiefbewaarplaats te Middelburg beland, goed toegankelijk voor het publiek. De kwestie is daarmee teruggebracht tot zijn ware proportie: een ietwat bizarre voetnoot in de geschiedenis van de Nederlandse archieven. 7'y;' De -SJgjv\ Wjo-ii-i2- Rechter doet vandaag uitspraak over Axelse zaak van onze verslaggever Conny van Gremberghe AXEL - De verhuizing van een deel van de Axelse archieven naar Middelburg blijft in de Oost-Zeeuws-Vlaamsc ge meente de gemoederen bezig houden. Donderdagavond liet wèthouder J. M. van Schaik (cultuur) de raad weten .dat in navolging van de Axelse genea loog F. Inniger ook de vereniging voor Regionale Geschiedbeoe fening in Zeeland bij het college bezwaar heeft aangetekend te gen de verhuizing van de nota riële en kerkelijke stukken uit het Axelse archief naar het ar chief van de rijksdienst in Mid delburg. Inniger had via de bestuurs rechter de verhuizing willen op schorten, maar slaagde daar niet in. Deze maand zou de com missie voor bezwaarschriften zich over de archiefkwestie bui gen, maar aangezien Inniger niet tegen het raadsbesluit be zwaar had aantekend, maar wel tegen het collegebesluit om de relatie tussen en gemeente en het Rijksarchief te verbreken, besloot het college de behande ling van de kwestie op te zouten tot januari. Van Schaik infor meerde de raad daar gisteren Erg gelukkig toonde de Axelse raad zich niet met de archief-af faire. De WD- en CDA-fracties zeiden nadrukkelijk op de hoogte te willen blijven van de ontwikkelingen. De PvdA'er M. van Oyen wilde dat ook, maar vond dat de hele affaire door In niger en aanhang niet netjes werd gespeeld. „Mijn verbazing en ergernis is de laatste tijd be hoorlijk toegenomen. Als ik lees hoe bestuurders uit andere ge meenten, en ik bedoel dan de Temeuzense,raadsleden Broek hui jsen en De. Zeeuw ons nu ver wijten '|(aan maken dat Axel Frappante tegenstelling slecht met zijn rijksarchiefstuk ken omgaat, terwijl zij - oók toen laatstgenoemde wethou der was in Terneuzen, niets voor de archieven hebben gedaan, dan vind alle kritiék in onze richting misplaatst." Cultuurbarbaren Van Oyen vond het bovendien onterecht dat de Axelse be stuurders door Inniger en de zij nen voor cultuurbarbaren wa ren uitgemaakt. „Het is je reinste clownerie. In- nigers verzet wordt steeds grim miger. De man heeft een onge zonde gedrevenheid. Toen hij nog in Middelburg woonde en Hoek als studie-object had was hij maar al te blij dat hij in Mid delburg in het archief terecht kon en niet naar Zeeuws-Vlaan deren moest. Nu hij in Axel woont, liggen de zaken klaar blijkelijk heel anders. Volgens mij wordt door Inniger gehan deld uit frustratie en rancune. Ik zou van het college wel eens willen vernemen of het klopt dat Inniger bij herhaling gepoogd heeft binnen onze organisatie werkzaamheden te verkrijgen op het gebied van archivering?" stelde Van Oyen. Burgemeester W. J. de Graaf wenste echter niet in het open baar op Van Oyens uitlatingen te reageren. Verantwoordelijk wethouder J. M. van Schaik (cultuur) antwoordde simpel weg: „Raadslid Van Oyen stelt de zaken in een j uist daglicht. Van onze correspondent Middelburg - Bestuursrechter mr. T. Damsteegt beslist van daag of de gemeente Axel een groot deel van het gemeente archief mag overbrengen naar het Rijksarchief in Middel burg. Axelaar F. Inniger, zelf een ama teur-historicus, is daar fel tegen. Hij diende een bezwaarschrift in bij de gemeente, verzamelde de nodige handtekeningen ter on dersteuning en stapte dus giste ren naar de afdeling bestuurs recht in Middelburg. Inniger stelde op de zitting dat veel mensen van heinde en verre komen om het Axelse archief, met een grote cultuur-historische waarde, te bezoeken. Zelf zit hij er twee keer per week. „Als het archief verhuist naar Middelburg dan betekent dat lang onderweg en de nodige kosten die het ver voer met zich meebrengt," stelde hij. „En velen met mij delen dat bezwaar," zo voegde hij eraan toe. Mr. Damsteegt had zo zijn twij fels. „U bent de enige die een be zwaarschrift heeft ingediend, dus mag ik aannemen dat al die door u genoemde Belgen en anderen in den lande er kennelijk geen moei te mee hebben." Het klonk de ge meente, vertegenwoordigd door J. van Sabben en J. van Schaik, als muziek in de oren. Wat de ge meentelijke vertegenwoordigers weer de opmerking ontlokte, dat Inniger, die nog maar anderhalf jaar in Axel woont, ook geen be zwaar had ingediend toen de ge meenteraad in 1994 besloot om het archief naar Middelburg te verhuizen. Maar toen woonde In niger in Middelburg. Maar ook de gemeente kwam er niet zomaar vanaf. Want wie had nu eigenlijk de bevoegdheid om een en ander te laten verhuizen? Was het de gemeenteraad die het beleid daarover uit had gestip peld in december 1994? Of waren het B en W die nu de toestemming gaven? Vandaag wordt alles dui delijk. Een eventuele verhuizing vindt pas plaats nadat het be zwaarschrift van Inniger is behandeld. Op het moment dat aan de ene zijde van de Westerschelde een gemeente voldeed aan de voorwaarden tot verkrijging in eigendom van de rijksarchivalia, maar deze archieven niet meer wilde hebben, probeerde aan de andere kant van de Wes terschelde een gemeente, die weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden, ze uit alle macht in eigendom te verkrijgen. Vanuit de behoefte om 'de rijkdom van de plaatselijke geschiedenis meer onder de aandacht van de burgers te brengenhuurde de gemeente Kapelle sinds 1994 gedurende één dag per week een gekwalificeerde archiefambtenaar in van het gemeente archief Goes. Na de inwerkingtreding van de Archiefwet 1995 verzocht de gemeente Kapelle aan het Rijk om vervreemding van de archieven, waarvan het in vroeger jaren de zorg van de gemeente had overgenomen. Zij voegde daaraan toe dat zij overwoog twee dagen per week een gekwalificeerde archief- ambtenaar in te zetten. Dit verzoek werd door de staatssecre taris van OC&W afgewezen overeenkomstig het advies van de Raad voor cultuur. Hij hield vast aan de benoeming van een gemeentearchivaris in de zin van de wet en aan de eis van gelijke toegankelijkheid als bij het Rijk. Dit waarborgt niet alleen eenzelfde niveau van archiefzorg, maar heeft ook impliciet als doelstelling de aanstelling van archivarissen te bevorderen. Met dit oogmerk formuleerden het convent van rijksarchivarissen en de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen al in 1983 eenzelfde beleidslijn ten aanzien van inbewaringgeving. Andere verzoeken Ondanks deze Zeeuwse perikelen stelt de regeling tot ver vreemding aan gemeenten van de in artikel 46 van de wet en de in de memorie van toelichting genoemde archieven over 't algemeen tevreden. Maar hoe werkt het als gemeenten of waterschappen andere dan genoemde archieven van het Rijk in eigendom zouden willen verkrijgen? De kans op honorering van verzoeken daartoe is klein. Wet en toelichting sluiten weliswaar in expliciete zin niets uit, maar maken met hun waarschijnlijk als limitatief bedoelde opsomming duidelijk, dat de zaak als gesloten moet worden beschouwd. De vraag is ook, of locale archiefdiensten hierin energie moeten steken. In een tijdperk van toenemende technologische mogelijkheden is het gesleep met archieven toch tamelijk ouderwets. Bovendien lijkt na jaren van (onderhuidse) afgrenzing tussen locale - en rijksarchieven een tijdperk te zijn ingeluid van samenwerking, waardoor 'archiefkwesties' op vruchtbaarder wijze kunnen worden opgelost. Ook hierin doet Zeeland van zich spreken: de recent aangekondigde samenwerking tussen het rijksarchief in Middelburg en de gemeentearchieven van Middelburg en Veere heeft zowel voor de archieven zelf als voor hun gebrui kers in potentie meer voordelen dan welke verplaatsing van archieven dan ook. a 100/4 juni 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 6