Voor 'nieuwe'overheidsinstellingen is het van groot belang te weten of de wet betrekking heeft op alle archieven die vanaf de op richting worden beheerd of alleen op de archiefbescheiden die na 1 januari 1996 ambtshalve zijn opgemaakt en ontvangen De burger hoeft zich niet te ontwikkelen tot een controleholic om toch enige controlezij het achter af op het overheidshandelen, -beleid en -gedrag uit te kunnen oefenen 12 13 'De koloniën en bezittingen in andere werelddelen' De Archiefwet 1995 is een Nederlandse wet die van toe passing is op Nederlandse overheidsorganen en is dus niet van kracht in de andere onderdelen van het Koninkrijk der Nederlanden, te weten Aruba en de Nederlandse Antillen12. Zelfs al is de Archiefwet 1995 met terugwerkende kracht van toepassing op 'nieuwe' overheidsorganen die (al dan niet voor een gedeelte) in het verleden waren bekleed met 'enig openbaar gezag', dan nog is zij, net als de Archiefwetten van 1962 en 1918, evenmin bedoeld voor voormalige overzeese gebiedsdelen: Suriname (tot 1975), Nederlands Nieuw Guinea (tot 1962/1963) en Nederlands-Indië/Indonesië (tot 1948). Eén en ander is, bij mijn weten voor het eerst, geregeld in artikel 118 van de Grondwet 1848. Daarin staat dat "de grondwet en andere wetten alleen voor het Rijk in Europa verbindende [zijn], tenzij het tegendeel daarin wordt uitgedrukt". In de Grondwet 1887 wordt deze tekst verduidelijkt en luidt in gewijzigde vorm "De wetten zijn alleen voor het Rijk verbindende, voor zoover daarin niet is uitgedrukt dat zij voor de koloniën en bezittingen in andere werelddelen verbindend zijn", (artikel 122). Overigens komen termen als 'koloniën en bezittingen in andere wereld delen' in de Grondwet van 1922 en in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 niet meer voor. Wat bovenstaande mijns inziens interessant maakt, is dat Nederlandse wetten van voor 1848 blijkbaar onverkort van toepassing werden geacht op zowel Nederland als de Over zeese gebiedsdelen. Dit zou kunnen inhouden dat instel lingen die naar huidig begrip zouden zijn bekleed met 'enig openbaar gezag' -en dus als 'nieuwe'overheidsinstellingen mogen worden aangemerkt- en die een werkingsgebied hadden buiten het Nederlandse Europese territorium, even goed onder de werking van de Archiefwet 1995 kunnen vallen. Hierbij laat ik in het midden of de instelling in kwestie juridisch een Nederlandse instelling is (was) of speciaal werd opgericht om werkzaamheden in of ten behoeve van de Overzeese gebiedsdelen te verrichten. Bovendien ga ik er aan voorbij of eventueel overgebleven archieven zich nu nog in Nederland bevinden of worden beheerd in een of meer van de (voormalige) overzeese gebiedsdelen of zelfs in een ander land. Vooral het bankwezen De vraag is mijns inziens van belang omdat mag worden verondersteld dat er bedrijfsarchieven zijn waar bescheiden berusten van organen die alsdan als 'nieuwe' overheids organen kunnen worden aangemerkt. Ook nu enige voor beelden van organisaties die naar mijn mening onder deze categorie vallen: de Curagaosche Bank uit 1828 (rechtsvoor- ganger van de in 1962 opgerichte Bank van de Nederlandse Antillen), de Particuliere West-Indische Bank (1828)13, de in 1827 opgerichte Javasche Bank en wederom de Nederland- sche Handel-Maatschappij. Hoe zit het met de andere gebieden waar misschien nog archieven aanwezig zijn van instellingen die, naar huidig begrip, bekleed zouden kunnen zijn 'met enig openbaar gezag' en die 'dus' wellicht als 'nieuwe' overheidsorganen aange merkt kunnen worden? Of dit soort instellingen ooit hebben bestaan en of er nu wel of niet rechtsopvolgers zijn die nu nog bestaan doet op zich niet ter zake14. In voorkomend geval zal onderzocht moeten worden of ze heb ben bestaan in Zuid-Afrika (de Kaap van 1652 tot 1795 en van 1802 tot 1806 in 'Nederlandse' handen), het toenmalige Goudkust (nu Ghana) waar in de 18de eeuw tientallen 'Nederlandse' forten dienst deden, het Braziliaanse kustgebied (in Neder landse invloedsfeer van 1624 tot 1661Formosa (Taiwan) dat in de 17de eeuw de aanwezigheid van Nederlanders Fort Keulen (a) aan de monding van de Rio Grande in Brazilië (Johannes Vingboons) en het Fort Kaap de Goede Hoop (b) (Zacharias Wagenaer): ooit in Nederlandse invloedsfeer of bezit. Nu ook 'nieuwe' overheidsorganen kende en Ceylon (Sri Lanka) dat net als Formosa nominaal tot aan het einde van de 17e eeuw als onderdeel van Oost- Indië werd beschouwd. Positief effect op openbaarheid Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat de reikwijdte van de Archiefwet 1995 is uitgebreid ten opzichte van de Archiefwet 1962. De burger hoeft zich niet te ontwikkelen tot een controleholic om toch enige controle, zij het achteraf, op het overheidshandelen, -beleid en -gedrag uit te kunnen oefenen. De betekenis van overheid hier natuurlijk in de breedste zin van het woord. Aan die voorwaarde voldoet niet alleen de uitbreiding van de werking van de archiefwet. Ook de verkorting van de overbrenging van vijftig naar twintig jaar, en daardoor in beginsel openbaarheid van archief bescheiden na twintig jaar, speelt hierbij een belangrijke rol. Een heuse overwinning in ons democratisch bestel. Wel vragen, geen antwoorden De vragen over de toepassing van de Archiefwet 1995 gingen over de problematiek van tijd en ruimte: - heeft zij een terugwerkende kracht en zo ja, is ze van toe passing op (delen van) archieven van (onderdelen van) orga nen die in het verleden, naar huidig begrip, met 'enig open baar gezag' waren bekleed. Is zij dan ook van toepassing op organen die een werkingsgebied hadden in een territorium dat anno 1997 niet (meer) tot het Nederlandse gerekend mag worden? En hoe verhoudt zij zich tot de archieven van naar huidig begrip met 'enig openbaar gezag' bekleede orga nen die in de periode van voor de Grondwet 1848 een wer kingsgebied hadden in de Overzeese gebiedsdelen en die gevestigd waren in of buiten Nederland? Resten nog mijn laatste vragen: hoe dwingend is de Archief wet eigenlijk? Hoe ver gaat ze? Kunnen of moeten archiva rissen en historici nu "onze" archiefbescheiden ook buiten de huidige landsgrenzen gaan beheren? Moet je de Archief wet daardoor, met deze his torische landsgrenzen in het achterhoofd, zien als een onderdeel van de Europese intergratie waarbij de huidige staatsgrenzen wellicht ook op dit gebied minder duidelijk zichtbaar worden? Is de nieuwe Archiefwet, uitgaande van haar werking voor archieven van voor 1848 in de (voormalige) overzeese gebiedsdelen een onbedoelde aanzet tot een soort informatie-imperialisme of moet ze worden gezien als een onderdeel van een, laat ik zeggen, koloniale Wiedergutmachung waarvoor wellicht over heidsgelden vrijgemaakt moeten worden die in het kader van de ontwikkelingssamenwerking ter beschikking worden gesteld?15 Kan de Rijksarchiefdienst op bovenstaande vragen antwoord geven? 1 De auteur is archivaris bij de Nederlandsche Bank N.V. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel met dank aan Mette Haasjes en Jos de Jong voor hun waardevolle opmerkingen. 2 Archiefwet 1962, artikel 1 lid 2 .Staatsblad 1962 nr 313. 1 Archiefwet 1995, artikel 1 lid b. Staatsblad 1995 nr 276. Memorie van Toelichting bij de Archiefwet, hoofdstuk 5 Toelichting op de artikelen, artikel 1. Kamerstukken 11 1992/93, 22 866. 151 in de bijlage bij het 'Aanwijzingsbesluit bestuursorganen Wob en WNo'. Staatsblad 1993 nr 535. Door "de gekozen methode van limitatieve aanwijzing van de zogenoemde zelfstandige bestuursorganen [dient] de bijlage bij dit besluit regelmatig te worden geactualiseerd", Nota van toelichting bij 'Besluit van 4 juni 1996, houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit bestuursorganen Wob en Wno', Staatsblad 1996 nr 298. R.J.Ph. Hujiboom De reikwijdte van de nieuwe Archiefwet'. In: Od. Maandblad van de vereniging voor documentaire informati evoorziening en administratie (SOD), nr 1, januari 1995. Blz. 1-5, aldaar blz 3. Gewezen wordt op de inventarisatie van H.F. Munneke e.a dat onder de titel "Organen en rechtspersonen rondom de centrale overheid" in 1983 is gepubliceerd. L. Hovy. Archieven van Zelfstandige Bestuursorganen Archieven van verzelfstandigde overheidsorganen, Tekst van lezing op 9de Duits-Nederlandse Archiefsymposium te Paderborn, 24 oktober 1996 (versie 2, 16 november 1996) Uitgave Rijksarchief- dienst-PIVOT (Den Haag 1996), blz 15. h F.C.J. Ketelaar 'Organisatie van het archiefwezen bij de (semi-)overheid' (oktober 1996) In: A. van Giessel, F.C.J. Ketelaar, A.J.M. den Teulings (ed) Archiefbeheer in de praktijk [losbladig] (Houten 1986), blz. 1010-1 - 11 L.J.G. Nijholt Archiefwet (augustus 1996) In: G.J. van Bussel, W.M.G. Beckers (ed.) Bewaren van informatie; wet- en regelge ving in de praktijk, [losbladig] (Alphen aan den Rijn, 1995), blz BI 140-1 - 12. M.W. van Boven, R. Kramer, C.G.M. Noordam De Archiefwet 1995 in 100 trefwoorden (Woerden 1996). 100/4 mei 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 7