B EN H Archiveren De brug tussen micrografie en digitale opslag. ^BK met I stuurbekrachtiging RESTAURATIE ATELIER STERKEN Is het niet opmerkelijk dat het aantal bestuurs organen, instellingen en rechtspersonen die onder de genoemde wetten zouden kunnen vallen, blijkbaar niet met zekerheid is vast te stellen? BELtfHOWELL fuji film loopt. 'i Jj i1;i m iex 9 Onderdeel van: Exclusief distributeur van: B en H Miciodata Systemen B.V. Ravenswade 98A, 3439 LD Nieuwegein, Telefoon (030) 289 78 78, Fax (030) 289 96 46. In een goed archief vindt 11 probleemloos wat u zoekt. Stop daarom uw zoektocht en neem contact op met Lundiflex. Alle statische en verrijd bare Stamag stellingen van Lundiflex functioneren perfect en zijn ijzersterk, terwijl met het jj^|| ruimiebcsparende VflHl 's| ïf. Full Space-syslecm jJiflH iï uw archief ook nog eens op rolletjes j ■i Vj 'i V Voor de stuur- |hI I bekrachtiging zor- 1 gen de vakmensen van Lundiflex. Zij staan garant voor maatwerk indclingsvoorslcllcn en een solide montage van de stellingen. Bel voor meer informatie: 0315-244141. L U N D Archief- en Stellinesystemen B.V. Gesinkbmpstraat 2 Postbus 101 7050 AC Varsseveld tel.0315 - 24 41 41 fax.0315 - 24 40 22 Restauratie, conservering, preservering en reconditionering van papier en perkament. Altijd vooraf een uitvoerig restauratieplan en zeer gedetailleerde prijsopgave. Aanvezelen en conserveren van papier, in- en herbinden van boeken in oorspronkelijke en nieuwe technieken, reinigen en conserveren van prenten en grafiek, verdoeken van grote (wand)kaarten, restaureren, conserveren en bergen van charters zegels, etc. De Cloese 7 - 9 7339 CM Ugchelen (Apeldoorn) Telefoon: 055 - 5 42 31 47 Fax:055 - 5 43 06 14 Mobiel 06 - 53 93 93 53 Calamiteitennummer: 06 - 59 28 48 55 E-mailadres: sterrest@pi.net Micrografie is nog lang niet klein te krijgen. Wel worden naast microfilm steeds vaker ook digitale archieven opgebouwd, o.a. voor verdere bewerking van documenten. Het enige wat tot voor kort te wensen overbleef, was een efficiënte manier om microfilmbeelden te digitaliseren. Bell+Howell, leverancier van 's werelds meest up-to-date programma voor micrografie en digitale archiefsystemen, introduceert nu een microfilmscanner die alle soorten microfilmbeelden in een handomdraai converteert. Wat valt er nu verder nog te wensen? B en H loopt graag uw verlanglijstje even met u door... niet-overheden, voor wat betreft de aandachtsgebieden ge noemd in de reikwijdte van Wet openbaarheid van bestuur, Wet Nationale ombudsman en nu ook de Archiefwet, de jure als overheidsorganen aangemerkt. Vanaf de inwerking treding van het aanwijzingsbesluit in 1993 is ze inmiddels van toepassing op een kleine 2004 (zelfstandige) bestuurs organen, instellingen en rechtspersonen die in Nederland hun werkgebied hebben. Hiermee strekt de reikwijdte zich Tot zover zijn er geen onduidelijkheden...alhoewel? De vraag die menig feitelijk niet-overheidsorgaan zich stelt, is of ze onder het regime van de Archiefwet 1995 nu wel of niet als overheidsorgaan wordt aangemerkt. Er zullen veel bedrijfs- archivarissen zijn die, niet gehinderd door enige juridische kennis danwel niet bedreven in het lezen van 'voer voor juris ten', het onderdeel 'reikwijdte van de Wet' als onduidelijk ervaren, ook al is er een aanwijzingsbesluit bestuursorganen. echter niet uit tot alle 866, bij een inventarisatie van de bestuursorganisatie in 1983 onderkende organen en rechts personen die op rijksniveau actief zijn.5 In een recentere in ventarisatie van de Algemene Rekenkamer zijn 545 zelfstan dige bestuursorganen onderkend6. Of en in hoeverre deze inventarisaties elkaar overlappen is mij niet bekend. Maar is het niet opmerkelijk dat het aantal (zelfstandige) bestuurs organen, instellingen en rechtspersonen die onder de ge noemde wetten zouden kunnen vallen, blijkbaar niet met zekerheid is vast te stellen? De vraag die natuurlijk rijst is of de uitbreiding van het werkgebied van de Archiefwet alleen slaat op de organen die in het aanwijzingsbesluit bestuursorganen Wob en WNo en latere aanvullingen zijn genoemd, of dat ze ook van toe passing is op de bij voornoemde inventarisaties naar voren gebrachte organisaties, instellingen en rechtspersonen. In hoeverre is daarnaast de Archiefwet van toepassing op organen die volgens de definitie 'met enig openbaar gezag zijn bekleed' maar die niet voorkomen in een of andere lijst of inventarisatie? In recente literatuur over de Archiefwet wordt op ver schillende manieren uitleg gegeven over de reikwijdte van de wet7. "De Archief wet 1995 in 100 trefwoor den"8 maakt bijvoorbeeld duidelijk dat, "het soms moeilijk [is] om te bepalen of een orgaan als overheidsorgaan in de zin van de Archiefwet 1995 [moet worden beschouwd]" Had de Rijks archiefdienst de onduidelijkheid over de reikwijdte niet kun nen voorkomen door de besturen danwel de archivarissen van deze 'nieuwe' overheidsinstellingen 'gewoon' aan te schrijven? De reikwijdte van de Archiefwet 1995 in de praktijk Nu theoretisch bekend is welke organen onder de werking van de wet vallen, kunnen we aan de slag. De instellingen die al onder de Archiefwet 1962 vielen, hebben het relatief makkelijk. Deze, zoals ik ze zal noemen, "oude" overheids instellingen, hoeven 'alleen maar' hun beleid aan nieuwe normen, denkbeelden en de tijdgeest aan te passen, en er voor zorg te dragen dat materiaal nu bijvoorbeeld eerder wordt overgedragen naar een archiefbewaarplaats. Een hele boel instellingen die niet onder de Archiefwet 1962 maar wel onder het regime van de Archiefwet 1995 terecht komen, krijgen het veel moeilijker. Deze, zeg, "nieuwe" overheidsinstellingen, moeten een archiefbeleid opzetten en zijn in de regel even ver als de "oude" overheidsinstellingen waren toen de Archiefwet 1918 van kracht werd. Met terugwerkende kracht van toepassing? In de tekst van de Archiefwet 1995 is niets terug te vinden over eventuele toepassing van de wet met terugwerkende kracht. Is dit van belang, er waren immers toch al eerder archiefwetten? De Archiefwet 1918 staat nog stil bij de archieven van voor 1918. Het 'probleem' zit hem natuurlijk weer in de uitbreiding van de reikwijdte van de wet. De 'nieuwe'overheidsinstellingen vielen immers niet onder de werking van de vorige archiefwetten. Voor hen is het van groot belang te weten of de wet betrekking heeft op alle archieven die (in voorkomend geval tenminste) vanaf de oprichting (van haar rechtsvoorganger(s)) worden beheerd of alleen op de archiefbescheiden die na 1 januari 1996 ambts halve zijn opgemaakt en ontvangen. Is het antwoord op deze vraag dat de Archiefwet 1995 niet met terugwerkende kracht van toepassing is, zullen veel 'nieuwe'overheidsorganen opgelucht ademhalen. Ze hoeven dan immers niets te doen met het tot dan toe vergaarde culturele erfgoed, dat in sommige gevallen wellicht in ver huisdozen op zolder of in de kelder ligt opgeslagen. Overi gens gaan, ingeval het antwoord ontkennend is, de vraag stukken hieronder niet eens op. Blijkt de Archiefwet 1995 wel met terugwerkende kracht van toepassing te zijn, dan doemen er nieuwe vragen op. Bij de behandeling hiervan ga ik uit van de veronderstelling dat de Archiefwet 1995 van toepassing is op archieven van 'nieuwe' overheidsinstellingen die nu niet meer bestaan of die een rechtsopvolger hebben die niet als een 'nieuwe' overheidsinstelling kan worden aangemerkt. Daarnaast zal ik aandacht besteden aan 100/4 mei 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 5