Geschiedenis van de homoseksualiteit DJ. NoordamRiskante relaties. Vijf eeuwen homo seksualiteit in Nederland, 1233-1733. Hilversum, Verloren, 1993. 332 blz. Theo van der Meer, Sodoms zaad in Nederland. Het ont staan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd. Nijmegen, SUN, 1993. 312 blz. 44 Sodoms zaad in Nederland I - 45 werkt. De mededeling dat een eenvou dig stenciltje over huizenonderzoek beschikbaar is (p. 28) doet geen recht aan de inmiddels verschenen en zeer uitvoerige 'Handleiding voor huizen- onderzoek in Amsterdam'. In het lite ratuuroverzicht (p. 30) ontbreken de na 1989 verschenen aanvullingen op het bekende Genealogisch Reperto rium van Beresteyn over de tijdvakken 1985-1989 en 1990-1994. Deze kleine omissies doen echter geen afbreuk aan de bruikbaarheid van de gidsen. In maart 1803 werd in Nederland voor het laatst over iemand een doodvonnis voltrokken vanwege het plegen van homoseksuele handelingen. In de daar aan voorafgaande eeuw onderging een groot aantal personen hetzelfde lot. Toch werd dit aantal steeds kleiner. Dat kwam vooral omdat een dood vonnis alleen kon worden uitgesproken wanneer de beschuldigde had bekend dat er van anaal contact sprake was geweest. Steeds meer verdachten kre gen in de gaten dat zij hun leven kon den redden door harnekkig te ont kennen dat zoiets gebeurd was. Daar was dikwijls voor nodig dat zij stand hielden onder de zeer zware tortuur waarmee men hen tot een bekentenis trachtte te dwingen. Dat lukte in veel gevallen alleen wanneer zij toegaven wel op andere wijze gelijkgeslachtelijk verkeer te hebben gehad. In dat geval moesten zij het behoud van hun leven bekopen met een langdurige, soms zelfs levenslange gevangenistraf, voor afgegaan door geseling en te pronk- stelling op het schavot. Dergelijke straffen golden voor degenen die niet- anale sodomie hadden bedreven. 1811 was het jaar waarin, na de in lijving bij Frankrijk, in Nederland het Franse wetboek van strafrecht - de Eveneens in 1996 publiceerde de Rijks-archiefdienst vier 'Zoekwijzers' die werden samengesteld door Harrie Jan Metselaars en Aletha Steijns. Het uitgangspunt is een geheel andere dan dat van de Amsterdamse gidsen. Deze zoekwijzers geven steeds in ongeveer vier pagina's informatie over een bepaald soort bronnenmateriaal. Ach tereenvolgens worden de Memories van Successie, de Notariële archieven sinds 1811, de Handels- en vennoot schapsregisters en Stukken over Code Pénal- werd ingevoerd. Het bleef ook na het herstel van de onafhanke lijkheid in 1813 van kracht, tot het in 1886 uiteindelijk werd vervangen door het huidige Wetboek van Strafrecht. De Code Pénal bevatte geen strafbepa lingen tegen homoseksueel gedrag. Dat betekende echter nog niet dat politie en justitie na 1811 homoseksu elen met rust lieten. Vervolging vond nu plaats met behulp van artikelen die openbare schennis van de eerbaarheid verboden. Waarschijnlijk zijn in de eerste decennia na 1811 niet minder homoseksuele handelingen onderwerp van strafvervolging geweest dan in de jaren vóór 1811. Ook het Wetboek van Strafrecht bevatte aanvankelijk geen strafbepalingen die zich specifiek richtten tegen homoseksuele hande lingen. Wel was ontucht met personen jonger dan 16 jaar strafbaar, ongeacht of die van heteroseksuele dan wel homoseksuele aard was. In 1911 was het klimaat echter zodanig veranderd dat een voorstel tot strafbaarstelling van geslachtsverkeer met iemand van hetzelfde geslacht die jonger was dan 21 jaar gemakkelijk door de wetgever werd aanvaard. Het beruchte artikel 248bis werd in de loop van de volgen de halve eeuw op grote schaal toege past en zorgde ervoor dat bij brede faillissementen in rechtbankarchieven behandeld. Drie vragen staan daarbij centraal: Wat zijn het? Wat kunt u er vinden? en Hoe vindt u ze? In het korte bestek van deze vouwbladen kun nen natuurlijk niet de mogelijk- en onmogelijkheden van het bronnen materiaal uitputtend aan de orde ko men. De geïnteresseerde onderzoeker is het echter al snel genoeg duidelijk of de besproken archiefbron voor zijn of haar onderwerp relevante informatie bevat. (Piet Boon) lagen van de bevolking het besef le vend bleef dat homoseksualiteit iets was dat zich afspeelde in een criminele sfeer. In de jaren 1950 en I960 veran derden de opvattingen over seksualiteit in de westerse samenleving snel. Ook homoseksualiteit werd door de meer derheid van de bevolking niet meer gezien als iets verwerpelijks; een klimaat dat uiteindelijk afschaffing van 248bis in 1970 mogelijk maakte. Een andere verworvenheid van de ho moseksuele emancipatie was, dat de wetenschap zich serieus met de geschiedenis van dit onderwerp ging bezig houden. In de afgelopen kwart eeuw is er, niet alleen in ons land, veel onderzoek op dit terrein gedaan. De meest recent studies in Nederland verschenen kort na elkaar in het najaar van 1995. Het gaat hier om Riskante relaties. Vijf eeuwen homoseksualiteit in Nederland. 1233-1733 van de Leidse historicus Dirk-Jaap Noordam en Sodoms zaad in Nederland. Het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijdwaarop Theo van der Meer aan de Vrije Universiteit in Amsterdam pro moveerde. Ik wil hier niet al te veel op de inhoud van deze twee boeken in gaan. Een goede bespreking ervan door Pieter Spierenburg verscheen in de vierde aflevering van 1996 van het Tijdschrift voor Geschiedenis onder de titel Homoseksualiteit in preïndustrieel Nederland. Twintig jaar onderzoek (blz. 485-493). Ik beperk mij tot enkele opmerkingen over de door de beide auteurs gebruikte archiefbronnen. THEO VAN DER MEER Het lijkt erop of beide boeken elkaar in chronologisch opzicht opvolgen. Noordam eindigt met de beruchte pro cessen in Faam, waarbij de sinistere grietman Rudolph de Mepsche op 24 september 1731 eenentwintig mannen en jongens, van wie de jongste 14 jaar was, wegens sodomie liet ophangen. Het boek van Van der Meer begint met de golf van vervolgingen die in de hele republiek in 1730 begon en waar van de gebeurtenissen in Faam deel uitmaakten. In feite echter overlappen de boeken elkaar voor een deel. Het verhaal van Noordam begint weliswaar in 1233, maar het zwaartepunt ervan ligt in de tweede helft van de 17de en het begin van de 18de eeuw. Ook Van der Meer besteedt ruim aandacht aan die periode. Dat komt omdat hun vraagstelling grote overeen komst vertoont: beiden gaat het erom te achter halen hoe de maatschappij vóór de moderne tijd reageerde op homoseksualiteit en of er toen ook al iets als een ho moseksuele iden titeit bestond. In een eerdere dis sertatie is gesteld dat die pas ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw (Gert Hekma, Homoseksualiteit en medische reputatie. De uitdoktering van de homosek sueel in negentiende-eeuivs NederlandUni versiteit van Amsterdam 1987). De beide auteurs van de hier behandelde boeken dateren dat ontstaan aan het einde van de 17de eeuw. Noordam besteedt daar om ondermeer ruim aandacht aan de homoseksualiteit van stadhouder-koning Willem III. Volgens hem was deze vorst zich er op het einde van zijn leven dui delijk van bewust dat hij zich exclusief tot mannen aangetrokken voelde. Hoewel voor beide onderzoekers dus zeker niet de justitiële vervolging van homoseksueel gedrag en homosek suelen het belangrijkste thema was, waren toch rechterlijke archieven de archiefbronnen die hun het meest rijke materiaal opleverden. Dergelijke bron nen zijn vóór 1730 schaars. Van der Meer suggereert dat in veel gevallen na de veroordeling de processtukken werden vernietigd. Noordam gaat er van uit dat processen wegens sodomie in de 17de eeuw betrekkelijk weinig voorkwamen. Het rijkst zijn de bron nen uit de periode 1730-1811, niet alleen door het grote aantal processen, maar ook door de aard van de vervol ging. Die was er niet alleen op gericht individuele personen die betrapt waren op enigerlei vorm van homoseksuele handelingen te bestraffen, liefst met de Het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd dood, maar ook om via hen andere bedrijvers van dit euvel te achterhalen. Kortom men wilde het kwaad uit roeien door netwerken te ontmantelen. Daarbij werden alle middelen ter hand genomen en tijdens de verhoren alles uit de verdachten geperst. Daarom is aan de hand van processen-verbaal uit deze periode een uiterst gedetaileerd beeld te vormen van de toen heersende homoseksuele subcultuur. Ontmoe tingsplaatsen, sociale verhoudingen, het beeld dat de homoseksuelen van zich zelf hadden, alles is uit de proces stukken te achterhalen. Voor de pro cessen uit de periode 1811-1838, die van der Meer bij zijn onderzoek heeft betrokken geldt dat niet. Homoseksu ele handelingen konden toen alleen vervolgd worden wanneer ze gepaard gingen met openbare schennis van de eerbaarheid en het justitieel apparaat moest die aantonen. Dat deed het door het begrip openbare schennis zoveel mo gelijk op te rekken. Aan het achter halen van eventuele verdere homosek suele relaties van de verdachte had men daarbij weinig. Het lijkt erop of het aantal processen na verloop van tijd minder werd, omdat veel verdach ten zich met succes gingen verzetten tegen het oprekken van het begrip openbare schennis. Naast de rechterlijke archieven zijn in de 18de eeuw ook de notariële proto collen een belang rijke bron voor de kennis van de homo- sexuele subcultuur. Veel getuigever- klaringen werden in die tijd voor een notaris afgelegd. Na 1811 verdwijnt dit verschijnsel. Boeken als deze to nen weer eens aan hoe belangrijk vooral oud-rechter lijke en notariële archieven telkens weer zijn voor een breed scala aan on derzoeken naar het maatschappelijk leven in de pre moderne tijd. Het is daarom zo jammer, dat vooral de nota riële archieven uit die periode zo ge brekkig toegankelijk zijn. Répertoires, zoals in de 19de eeuw, ontbreken meestal. Ieder indiceerproject op dit terrein is daarom belangrijk, vooral als dat ook onderwerpen betreft. Op dit terrein zou echter veel meer bereikt kunnen worden als het Nederlandse openbare archiefwezen hier wat meer de handen ineen sloeg. De ontwikke ling van een gegevensbank voor de Nederlandse, en in ieder geval Hol landse, notariële archieven zou een ge weldige impuls kunnen geven aan het 100/4 mei 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 25