"S
Zaken
Open
gaarheid van
strafvonnissen en
artikel 838
Probleem bijprivacy
bescherming?
iBibliotheken en archieven kunnen
elkaar heel goed bevruchten
8
Feiten en verdriet over dwangprostitutie
dossier van Jan Willem Jansen hebben en dat is niet in de
prijzen van het bewaren gevallen. Daar is misschien iets
gebeurd wat ik wil weten. Wellicht een routinegeval, niks
bijzonders, maar dan wil ik het ook weten. Vernietigen is een
onomkeerbaar proces. Aan de andere kant heb je eisen van
toegankelijkheid en bedrijfsmatigheid. Een archivaris heeft
ten dele een ander belang dan een historicus". Vonhoff zegt
dat niet alleen het belang van de rechtsvinding, maar ook de
dienstbaarheid aan het onderzoek en de culturele waarde van
archieven bij de archivaris prioriteit dienen te hebben. Hij
gelooft dat de spanning met betrekking tot dit onderwerp
wel altijd zal blijven bestaan. "Een discussie waarin je nooit
precies kunt aangeven waar het gelijk ligt. Dit is buiten
gewoon moeilijk".
Positie CAS
Een andere organisatie die de rijksoverheid bekritiseerd
heeft, is het VNO-NCW. De kritiek richt zich op het bij
klussen van overheidsinstellingen. De werkgeversorganisatie
meent dat er sprake is van oneerlijke concurrentie en ziet het
liefst dat de overheid, ook de archiefbeherende overheids
diensten, de commerciële activiteiten afstoot. Vonhoff deelt
die visie niet en spreekt van een "buitengewoon eenzijdige
benadering". Hij heeft de indruk dat de gegevens waarop de
visie berust "rijp en groen bijeen gegraaid zijn". "Neem nou
het werk van de Centrale Archief Selectiedienst. We hebben
gekeken of deze dienst verzelfstandigd kon worden. We con
stateerden, dat daar geen markt voor was en dat het niet
moest gebeuren. Ik vind het jammer dat de CAS bij Binnen
landse Zaken is gebleven -niet vanwege dit ministerie, maar
een koppeling aan de Rijksarchiefdienst was goed geweest.
Daar bestond bij OCenW bezwaar tegen. Die transfer heeft
niet plaats gevonden. Binnenlandse Zaken heeft de dienst nu
en doet het goed". De voormalige voorzitter van het curato
rium van de CAS vindt dat deze dienst activiteiten verricht
die niet aan particulieren kunnen worden overgelaten, zoals
het bewerken van dossiers van asielzoekers. "De CAS houdt
zich bezig met overheidsarchieven en ik zie niet hoe dat
geprivatiseerd moet worden".
Bibliotheken en archieven
Vonhoff kent de bibliotheek- en archiefwereld uit eigen er
varing van nabij. Hij ziet dat bij bibliotheken de nadruk ligt
op het beschikbaarstellen en door aankoop aanvullen van
collecties. Collectievorming is voor deze instellingen in zijn
ogen een belangrijk punt van beleid. Naast overeenkomsten
constateert hij ook verschillen. "Een archivaris, zou je met
enige overdrijving kunnen zeggen, is tevreden als hij een
archief op orde en compleet heeft. Een moderne archivaris
wil natuurlijk dat het archief gebruikt wordt. Maar primair
is toch dat het compleet is en dat hij het heeft. En dat stuk
ken die ten onrechte elders zijn, naar hem toekomen".
Vonhoff herinnert zich in dit verband de Roermondse
archiefkwestie. "Als je daar naar kijkt, dan bespeur ik in de
bibliotheekwereld onderlinge steun en samenwerking om
zaken te realiseren". De tendens tot nauwe samenwerking
van bibliotheken en archieven in enige gemeenten, waar-
onder Den Haag en Maastricht, juicht de voorzitter van het
bestuur van de Koninklijke Bibliotheek op zichzelf toe.
"Ze kunnen elkaar heel goed bevruchten. Ik denk met
name aan digitalisering en moderne elektronische media,
die grote wijzigingen tot gevolg zullen hebben. Het is een
voudigweg noodzakelijk om tot grote organisatorische ver
banden te komen. Dit is een heel logische samenwerking".
Audiovisuele archieven
Vonhoff is voorzitter geweest van de Stichting Audiovisueel
Archief Centrum (AVAC). Deze stichting, opgericht door de
NOB en de NOS, nam op 1 januari 1996 het beheer van de
geluids- en filmarchieven van de omroepen over van de
NOB. Als voorzitter bereidde Vonhoff de omvorming van de
AVAC tot het Nationaal Audiovisueel Archief (NAA) voor.
Hierin werken onder meer de AVAC, het Filmarchief van de
RVD, het Omroepmuseum en de Stichting Film en Weten
schap samen. Omdat het hem aan tijd ontbreekt, zag hij af
van het voorzitterschap van het NAA. "Hoe ongaarne ook,
ik heb gecompliceerde jaren achter de rug om het zover te
krijgen". Vonhoff doelt hier op de financieringsbronnen, de
verschillende verantwoordelijkheden, particuliere initia
tieven, de grote behoefte aan geld en het gebrek eraan en de
achteruitgang van het audiovisueel materiaal. Het was
ingewikkeld om alle gesprekspartners op één lijn te krijgen.
Dat is volgens Vonhoff uiteindelijk grotendeels gelukt.
Momenteel schrijft hij de geschiedenis van de VVD, die in
1998 vijftig jaar bestaat. Het research, het raadplegen van
de bronnen, moet hij vanwege tijdgebrek aan anderen
overlaten. Hij betreurt dat, want hij vindt het leuk om in
archieven te speuren. Zijn ervaringen met archiefdiensten
zijn goed. De oud-commissaris noemt met name het Rijks
archief in Groningen. Op de vraag of hij wellicht als bekende
Nederlander een betere behandeling kreeg dan minder be
kende landgenoten, zegt Vonhoff: "Ik denk dat het verschil
meer zit in de gerichtheid van de vragen. De attitude
van de klant is heel belangrijk". i^J
a
IK
DOOR SlERK PLANTINGA
Het ter inzage geven van strafvonnissen uit de negentiende eeuw is voor een archivaris in de studiezaal va
een Rijksarchief dagelijks werk. Niemand zal zich afvragen of dat wel kan en de onderzoeker vragen wat
deze met dat vonnis wil gaan doen. Deze stukken zijn gewoon openbaar en gratis ter inzage.
Dat ligt anders wanneer het strafvonnissen betreft uit het recentere verleden.
De archieven van rechtbanken zijn
vaak al tot 1940 overgedragen en ken
nen dan nog beperkende bepalingen
ten aanzien van de openbaarheid. Soms
bevinden zich afschriften van recente
vonnissen in andere overheidsarchie
ven. De praktijk laat zien dat er aan de
openbaarheid van deze recentere von
nissen nogal wat haken en ogen
kunnen zitten. De verkorting van de
overdrachtstermijn, voorgeschreven in
de Archiefwet 1995, leidt in de toe
komst tot het beheren van nog veel
recentere rechtbankarchieven; het zal
deze problematiek alleen maar aan
scherpen. Ook andere wetgeving dan
de Archiefwet krijgt daarmee meer
invloed op de openbaarheid; bij het
vaststellen en de interpretatie van de
beperkende bepalingen moet daarmee
rekening gehouden worden. Dat is
geen nieuw gegeven, maar de uitkomst
kan soms wel voor verrassingen
zorgen.
Gedwongen prostitutie in
Nederlands-Indië
In het Algemeen Rijksarchief (ARA),
het ministerie van Buitenlandse Zaken
en het Rijksinstituut voor Oorlogs
documentatie (RIOD) worden allerlei
dossiers beheerd over de rechtspleging
na de Tweede Wereldoorlog in
Nederlands-Indië; vooral materiaal
over de door de Japanse bezetter bij
Nederlandse vrouwen afgedwongen
prostitutie. Dat dit voor de (vaak nog
levende) slachtoffers een zeer gevoelig
de wereld; aan de hierboven genoemde
instellingen is dan ook meerdere malen
om inlichtingen gevraagd. Mede om
dat dit archiefmateriaal zeer privacy
gevoelige stukken bevat, liet de Ne
derlandse regering in 1993 een inventa
riserend "fact-finding" onderzoek ver
richten. De bevindingen van het onder-
Zel/nuw'ii
Japanse vrouwenkampen
onderwerp is, behoeft hier verder geen
betoog; enkele jaren geleden weigerde
een slachtoffer haar verhaal in een tele
visieprogramma te vertellen omdat zij
"dit zelfs nog nooit had durven te zeggen
aan haar beste vriendin"Gedwongen
prostitutie staat al enige jaren in de
publieke belangstelling, niet alleen in
Nederland en Japan maar ook elders in
zoek zijn aan de Tweede Kamer
gestuurd'.
Rapport in plaats van dossiers
Het uitgebreide onderzoeksrapport
kan dienen als bron van informatie
over dit onderwerp. De beheerders van
100/3 maart 1997