Profiel algemeen rijksarchivaris: Veel digitaal samenwerken en Door Joyce Pennings en Bert Looper Mensen lief voor de klant If! tS 8 24 N4 De Rijksarchiefdienst is op zoek naar een nieuwe directeur. Met ingang van 1 juli a.s. zal de huidige Alge mene Rijksarchivaris, prof. dr. F.C.J. Ketelaar, zijn functie neerleggen. Wie wordt zijn opvolger? Aan welk profiel moet hij of zij voldoen Moet de Rijksarchiefdienst (RAD) de 2 le eeuw P.K. Doorn P.K. Doorn is directeur van het Nederlands Historisch Data Archief (NHDA) te Lei den. De belangrijkste taak van het NHDA is het archiveren, documenteren en beschik baar stellen van geautomatiseerde historische onderzoeksbestanden. Daarnaast beant woordt het vragen over digitaliseren en ge automatiseerd ontsluiten van historische bronnen. In 1988 startten de eerste projec ten; sinds 1995 maakt de NHDA deel uit van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Een tijdje geleden berekende het NHDA dat de RAD bij een gelijk blijvende groei van archieven tien keer zo veel depot capaciteit nodig zou hebben als nu het geval is. Zo'n vaart zal het volgens Doorn echter niet lopen. De komende jaren zal de aanwas veel meer in de vorm van digitale archieven zijn. De zorg voor digitale informatie zal dan ook een belangrijk aandachtspunt in het functieprofiel van de nieuwe Algemene Rijksarchivaris moeten zijn. Er moet dus een duidelijk beleid op dit gebied worden ontwikkeld. Het publiek verwacht steeds meer gebruik te kunnen maken van gedigitaliseerde toegangen. Wat betreft het ontwikkelen van geautomatiseerde toegangen is de RAD tot voor kort vooral intern gericht geweest. Men dient zich veel meer bezig te gaan houden hoe het aan een groot publiek aan te bieden. De nadruk moet dus meer liggen op de toegankelijkheid en minder op het bewaren, zoals dat tot nu toe het geval is geweest. Voor het profiel van de Algemene Rijksarchivaris betekent dit volgens mij dat hij of zij kennis moet hebben van geautomatiseerde gegevensverwerking. Als je niet weet wat dat in de praktijk inhoudt, is het moeilijk te beoordelen wat de werkvloer doet en beleid op dit gebied te initiëren. Een Algemene Rijksarchivaris heeft een hele belangrijke rol in het presenteren van de inhoudelijke kant van het vak. Iets waar Ketelaar overigens altijd erg goed in is geweest." F.F.H. Meijer De Openbare Bibliotheek in Rotterdam trekt ieder jaar zo'n 4 miljoen bezoekers. De helft van hen bezoekt de hoofdvestiging, de ander helft de 22 filialen in Rotterdam. Met openingstijden van 60 uur per week en een open en toegankelijke opstelling probeert de Openbare Bibliotheek volgens directeur F.F.H. Meijer het alom gehanteerde credo van klantvriendelijkheid in de praktijk te brengen. "Treed naar buiten en richt je op een groot publiek, zou ik willen zeggen tegen de Rijksarchiefdienst. Nu beperkt de gebruikersgroep zich tot een bepaalde laag van de bevolking. Voor dat grote publiek moeten archieven meer toegankelijk worden gemaakt door middel van presentaties, het gebruik van moderne media en betere ontsluiting van de bestanden. Je zelf presenteren op Internet is bijvoorbeeld een goede mogelijkheid. Bibliotheken doen dit veel meer dan archief diensten en het heeft ze - gezien de hoge bezoekersaantallen - geen windeieren gelegd. Ik ken Ketelaar niet persoonlijk, maar zijn opvolger zal een sterke affiniteit met moderne media moeten hebben. Daarnaast zal hij of zij in staat moeten zijn relaties te leggen met andere culturele instellin gen zoals musea en bibliotheken. Zo kan men hier in de Rotterdamse Bibliotheek zoeken in toegangen van het Rotterdams Archief en omgekeerd. De nieuwe Algemene Rijksarchivaris zou een warm pleitbezorger van dergelijke ontwikkelingen moeten zijn. Ik vraag me af of een archivaris een instelling als de Rijks archiefdienst moet aansturen. Zelf ben ik hier twee jaar geleden als directeur gestart, afkomstig uit een heel ander vakgebied. Of dat een succes is moeten anderen beoordelen, maar het voordeel vind ik zelf in ieder geval dat je kritisch staat ten opzichte van je eigen instituut en dat er geen sprake is van bedrijfsblindheid binnen geleid worden door een manager of een vakbroeder- of zuster? En aan welke kansen en bedreigingen voor de RAD zal deze nieuwe directeur het hoofd moeten bieden? Het Archievenblad legde aan vier mensen, die het archiefwezen niet van binnenuit, maar wel vanuit hun professie redelijk goed kennen, deze vragen voor. Mr. M.H. Kamphuis Een van de klassieke thema's in de geschie denis van het Nederlandse archiefwezen van de afgelopen honderd jaar, is de verhouding met de moderne administratie, de registra tuur. In de laatste jaren krijgt de relatie archiefwezen-registratuur een nieuwe impuls door de opkomst van digitale archivering. Hoe denkt de voorzitter van de SOD. mr. M.H. Kamphuis, burgemeester van Bloemendaal, over de nieuwe 'ara'? "In de afgelopen jaren ontmoette ik de algemene rijksarchi varis in verschillende verbanden. Ik zag hem als lid van het inmiddels opgeheven Curatorium van de SOD; ik kwam hem tegen als lid van de voorlopige Commissie Documen taire Overheidsinformatie (structuurschets) en recent, na mijn verkiezing tot voorzitter van de SOD, maakte ik hem mee als lid van het zogenaamde TOP-verleg. Vanuit de SOD-invalshoek bezien, hechten wij eraan dat de aan te stellen nieuwe 'ara' - evenals Ketelaar - voorstander is van direct en open overleg met de SOD; logisch dat ik daar bij duidt op het werkterrein van de documentaire informatie verzorger binnen de dynamische en semi-statische archieven, c.q binnen bibliotheek- en documentatieafdelingen. Gedachtenuitwisseling, ook over reguliere SOD-opleidingen acht ik gewenst, temeer wanneer we die plaatsen tegen de achtergrond van moderne informatie- en communicatietech nologie. Het bestuur van de SOD acht het van belang dat in samen spraak met de algemene rijksarchivaris en de KV AN voort durend zorg en aandacht wordt besteed aan het behouden en uitbouwen van een goede documentaire informatievoorzie ning bij de Nederlandse overheid. Een van de randvoorwaar den daarbij is het zichzelf bij voortduring vernieuwende (door de overheid erkende) opleidingspalet op dit gebied, verzorgd door onze stichting." Roelof van Gelder De archiefdienst kent vele soorten gebruikers. De historicus Roelof van Gelder is zo'n 'gebruiker'. Voor zijn eigen onderzoek, maar ook voor zijn werk als redacteur van NRC Handelsblad is het archief een onmisbare bron. Hoe kijkt de 'klant' Van Gelder tegen de nieuwe 'ara' aan? "Bij de Garderobe merk je het al en bij de Informatiebalie en de Aanvraagbalie wordt het alleen maar bevestigd: dit ar chief deugt, of het deugt niet. Het is de belichting, de moto riek van het zaalhoofd, de oogopslag van het balie-personeel, en de toon waarop de bezoeker te woord wordt gestaan. Verreweg de meeste ervaringen die ik met archieven in Ne derland heb gehad, waren gunstig. Behulpzaam word je wegwijs gemaakt. Maar in enkele gevallen was het direct mis. Je vraag wordt zuchtend aangehoord, archiefstukken zijn onvindbaar, men vergeet het tafellampje in te schakelen en wegens koffie-, lunch- of theepauze is het onmogelijk iets aan te vragen. En dan zwijg ik nog maar over de minachting jegens oudere genealogen, of over personeel dat luidruchtig over hun privé-leven staat te kwekken. Maar nogmaals: dit zijn uitzonderingen. Als gebruiker zou ik willen dat de nieuwe Algemene Rijksarchivaris zich niet alleen bezighield met selectiecriteria, magazijncondities en Belangrijke Ge sprekken op het Ministerie, maar dat hij ook daadwerkelijk op inspectie gaat. Dat wil zeggen: anoniem als een doorsnee gebruiker het land in. Om te zien en te horen en te ervaren. Ook in het archiefwezen doet het 'klantgericht' denken zijn intrede. Maar in het archief is de klant nooit koning. Integendeel, de archiefbezoeker is afhankelijk van het archief omdat het een monopoliepositie bezit. Misschien kan de ko mende Algemene Rijksarchivaris eens denken over service criteria, over een klantenraad of over een Nationale Archief- prijs." 100/3 maart 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 17