Wordt het openhaar archiefwezen de 'oudheid
kamer van overheidshandelen1
18
de 'meest daarvoor in aanmerking komende context' worden
samengevoegd en welke is dat dan? Wordt het openbaar
archiefwezen de 'oudheidkamer van overheidshandelen'?
Afgezien van de antwoorden op al deze vragen levert verge
lijking tussen de in de diverse sectoren gehanteerde selectie-
kriteria wellicht nog nieuwe gezichtspunten op. Kortom, het
zal nog wel even duren voordat deze discussie is afgerond.
Het PIVOT-advies gaat daarom nog maar even uit van de
archiefvormer als doorslaggevende context en raadt aan bij
de PIVOT-praktijk een expert in te schakelen ter versterking
van de aandacht voor het cultuurhistorisch belang.
19
Na het advies
over bepaalde gezelschappen. Hoewel de afgespraak was niet
met de instellingen in contact te treden, is daar hier en daar
van af geweken, met een heel verschillende uitpak. De ar
chiefcommissie heeft dat bewust niet gedaan, vond het ook
niet nodig omdat zij over voldoende informatie beschikte.
Dat (en meer uit het advies) is haar wel kwalijk genomen,
maar niet door de Raad. In de cultuurnota volgde de staats
secretaris het advies grotendeels op. Wat de archieven be
treft wordt onderzoek naar de koepelfunctie van de KV AN
aangekondigd. Het probleem van de bestelverantwoordelijk-
heid is niet opgepakt. Dat blijkt ook uit het toekennen van
geld voor de oplossing van 'generale' problemen aan de RAD
zonder onderscheid te maken met de dienstbegroting. De
behandeling van de cultuurnota in de Tweede Kamer resul
teerde in 16 miljoen extra voor cultuur. Fantastisch, maar de
verdeling daarvan verliep wel een beetje vreemd. Alsof er
geen advies lag, werden de voorkeuren van de Kamerleden
voor individuele gezelschappen en der
gelijke gehonoreerd. Niks grote lijnen of
principiële afwegingen.
Algemene verantwoordelijkheid
Formeel gesproken gaat het daarbij om verantwoordelijkheid
voor de uitvoering van de Archiefwet. Vrij vertaald heb je
het dan over de zorg voor wet- en regelgeving en de uitvoe
ring daarvan en de coördinatie en stimulering van beleids
ontwikkeling en uitvoering. Sinds de nota 'Archiefbeleid' in
1982 valt daar ook de zorg voor een sluitend net van lokaal
archiefbeheer onder. Van de Bent vindt het interessant om
vast te stellen waar de generale verantwoordelijkheid op
houdt en waar die van de onderscheiden instellingen begint.
De maatschappelijke tendens om meer bij de centrale over
heid aan te kloppen en zelf minder verantwoordelijkheid te
dragen is voor de verhoudingen in 'archiefland' ongewenst.
Andersom kan het rijk natuurlijk niet willekeurig taken
over- of opdragen zonder daarbij middelen te verschaffen.
Daarnaast zou eens vanuit staats- en bestuursrecht gekeken
Els van den Bent in gesprek met Floor Geraedts
moeten worden naar een verantwoorde spreiding of toede
ling van dit soort verantwoordelijkheden. Welke eisen zou je
daaraan moeten stellen? Door de combinatie algemeen
rijksarchivaris en gemandateerde van de minister is er in de
huidige wijze van toedeling van de middelen een hybride
situatie ontstaan. Door de gebrekkige communicatie tussen
de spelers in het veld komt er, de MLG-problematiek na
drukkelijk uitgezonderd, niet veel tot stand, dat het hele
'archiefveld' ook daadwerkelijk als gemeenschappelijk
beschouwt. De vraag is dan: moet die mandatering anders,
of moet je iets regelen in de sfeer van voorwaardelijke
financiering of misschien enige zachte dwang in de vorm van
een nieuw op te zetten regulerend en coördinerend orgaan?
Reacties
Naast de positieve berichten brak in de kranten de bij de ad
viezen van de oude Raad voor de Kunst gebruikelijke storm
van verontwaardiging los, gericht op negatieve advisering
De cultuurnota-advisering signaleerde
nogal wat onderwerpen om nader uit te
werken. Als voorbeelden noemt Van de
Bent de verhouding tussen de fondsen
en de ministeriële verantwoordelijkheid,
tussen subsidiëring en marktwerking,
hergebruik van AV-media, de selectie
problematiek en nog veel meer. De Raad
bracht inmiddels nog wel meer adviezen
uit. Het advies 'Cultuur en school' bij
voorbeeld biedt goede aanknopingspun
ten voor educatieve initiatieven van
archiefdiensten. Het PIVOT-advies was
helaas termijngebonden. Daardoor moest het de deur uit,
terwijl er inmiddels een groep uit de Raad was gevormd om
een integrale benadering van het selectieprobleem van de
grond te krijgen. PIVOT blijft op de agenda van de Raad
staan, dus zullen de resultaten van deze discussie daarbij
worden betrokken.
Collectie Nederland
Overal duikt de term 'Collectie Nederland' op. Afstemming
bij collectievorming en verantwoord omgaan met gemeen
schapsgelden spelen daarbij een rol. Bij zo'n interdisciplinaire
discussie zou die term moeten worden gedefinieerd: wat ver
staan we eronder en wat willen we ermee? Hoe wordt nu
gestalte gegeven aan de complementariteit van de verschil
lende soorten bronnen, kan dat beter en welke consequenties
heeft dat voor selectie en taakverdeling? Wat verstaan we
onder context, en welke context moet de doorslag geven en
waarom? Hoe vast zitten we aan de gevestigde institutionele
structuren? En naar ons terrein vertaald: als overheidsarchie
ven worden geselecteerd op relevantie voor overheidshan
delen, impliceert dat dan dat de 'afgevallen' bestanden met
culturele en/of wetenschappelijke waarde worden bekeken op
andere contexten dan de oorspronkelijke en vervolgens met
boven het ambtelijk/bestuurlijk domein. Het zal echter nog
wel een tijdje duren voordat men goed op elkaar is inge
speeld. Waar zij nog niet zo goed raad mee weet zijn de
adviezen die de Raad als Raad geeft, maar waarover zij zich
nauwelijks een oordeel kan vormen vanwege onbekendheid
met het terrein. Doordat ze nu een
'rondje doen' van presentaties van
alle portefeuillehouders en alles
doorlezen, hoopt zij iets meer te
weten te komen van de andere
terreinen die de Raad bestrijkt.
Daarbij komen soms nieuwe gemeenschappelijke thema's
naar boven. In de verhalen tot nu toe zijn de rol van de
markt en de mate van sturing door de Raad terugkerende
discussiepunten geweest.
Verder gaat de Raad dit jaar regionale debatten organiseren,
om te beginnen in de vier regio's waarmee cultuurconvenan-
ten zijn afgesloten: Zuid-, Noord-, West- en Oost-Neder
land. Als onderwerpen zijn onder andere genoemd cultuur
educatie (hoe, door wie, toewijzing middelen), samen
werking of concurrentie tussen steden/provincies ('collectie
Nederland', elke stad zijn eigen orkest?), media en de lagere
overheden en het thema 'marktwerking' in al zijn facetten.
Toekomst van de Raad
Van den Bent heeft er vertrouwen in dat de Raad zal uit
groeien tot een 'stevig' college dat adviezen afgeeft waar men
niet omheen kan. Er heerst een prima sfeer in de Raad en de
commissies; de inzet om er wat van te maken is groot en er
zijn al heel wat pittige adviezen gegeven. Daarin zal het
altijd gaan om het inhoudelijke standpunt, niet om politieke
opportuniteit. De Raad zal zich evenmin laten verleiden tot
technocratische adviezen, maar zorgt er voor dat ze uitvoer
baar zijn. Het zogenaamde publieke domein prevaleert er
Advies aan het 'veld'
Voor het archiefwezen is het van het grootste belang om
de onderlinge communicatie te verbeteren en de eigen
belangen opzij te zetten om in de eerste plaats voor de
gebruikers een eenheid te vormen en meer van de grond te
krijgen. Bovendien zou het archiefveld de volgende keer
moeten proberen bepaalde gemeenschappelijke activitei
ten in de regionale cultuurconvenanten opgenomen te
krijgen.
100/3 maart 1997