Een archiefdienst is actief betrokken bij de gehele levensloop van archiefbescheiden 10 zijn maatschappelijke functie kan uit oefenen. Na het ontstaan van digitale archiefbescheiden voldoet de traditi onele benadering niet langer maar worden archiefdiensten gedwongen zich op hun positie als hoeder van het cultuur-historisch erfgoed te bezinnen. Het gaat niet alleen om de noodzaak van een nieuwe technische infrastruc tuur voor het beheren en bewaren, maar vooral om zaken als: 1. hoe bewaar ik digitale archiefbe scheiden zodanig dat ze authentiek blijven? 2. wordt er voldoende meta-informa- tie vastgelegd, zodat toekomstige onderzoekers de betrouwbaarheid en de waarde van de informatie kunnen vaststellen? 3. welke bijzondere aspecten zitten er aan selectie van digitale archiefbe scheiden? Technologische ontwikkelingen Het eerste deel van de Gids gaat in op de technologische, organisatorische en wettelijke ontwikkelingen die het beheer van archiefbescheiden bij over heidsorganisaties beïnvloeden. Daaruit blijkt dat het niet alleen technologi sche ontwikkelingen zijn die de ar chiefvorming en vervolgens de functie van archiefdiensten beïnvloeden. Er is een complex aan factoren aan te wij zen dat een rol speelt en de basis vormt voor een fundamentele ver andering in de wijze waarop over heidsorganisaties functioneren. Informatietechnologie biedt allerlei nieuwe mogelijkheden op het gebied van communicatie, opslag en mani pulatie van gegevens. De huidige stand van zaken geeft een indruk van waar het naar toe gaat, maar laat te vens zien dat het slechts een begin is. Een tweede belangrijk onderwerp dat in het eerste deel aan de orde komt, is het theoretisch kader op basis waarvan de aanbevolen strategieën stoelen. Vooral terminologische zaken als wat is een record, wat houdt de life cycle of records in en dergelijke passeren de revue. Na veel discussie heeft de com missie een omschrijving (geen defini tie) van een record en zijn kenmerken vastgesteld: "A record is recorded information produced or received in the initiation, conduct or completion of an institutional or individual acti vity and that comprises content, con text and structure sufficient to provide evidence of the activity". Belangrijk aspect aan archiefbeschei den is authenticiteit, waarmee bedoeld wordt dat duidelijk is dat het archief stuk is wat het voorstelt. Archival function Een belangrijk nieuw concept dat werd geïntroduceerd was dat van archival function. Daarmee wordt bedoeld al die activiteiten die nodig zijn om archiefbescheiden met histo rische waarde te bewaren, te beheren en beschikbaar te stellen. Voor een groot gedeelte voeren archiefdiensten deze activiteiten uit, maar zij zijn ze ker niet de enige die een rol spelen. Ook de beleidsambtenaar en mensen die in de documentaire informatie - Ook hardware heeft zijn levensloop voorziening werken, hebben verant woordelijkheden of voeren taken uit op dit terrein. Het bereiken van overeenstemming tussen archivarissen uit tien verschil lende landen is op zichzelf al een hele krachttoer. Vele uren zijn in de af gelopen vier jaar besteed aan het uit wisselen van informatie over de ver schillende theoretische kaders van waaruit wordt gewerkt om vervolgens tot een gemeenschappelijk begrippen kader te komen. Het resultaat mag er dan ook zijn. Levensloop van archiefbescheiden In het eerste deel van de gids staan de mogelijke strategieën centraal om di gitale archiefbescheiden in het infor matietijdperk te hanteren. De aan bevolen strategie is die van pro-actief handelen door de archivaris die zich richt op de gehele levensloop van archiefbescheiden. Deze strategie is gebaseerd op vier principes: 1Een archiefdienst is actief betrokken bij de gehele levensloop van archiefbe scheiden. In geval van digitale archief bescheiden is het van belang dat de archiefdienst er ook zo vroeg mogelijk bij betrokken is. Wachten tot de be scheiden worden overgedragen leidt tot problemen op het terrein van be waring, authenticiteit en volledigheid ervan. Bovendien brengt dat extra kosten met zich mee en dat is niet efficiënt. 2. Een archiefdienst zorgt voor de aan wezigheid van zulke voorwaarden dat archiefvormers authentieke, betrouw bare en duurzame archiefbescheiden creëren. 3. Een archiefdienst controleert het selectieproces en bepaalt de bewaar periode van archiefbescheiden. Daarnaast zorgt de archiefdienst er voor dat digitale bescheiden worden geïdentificeerd en beschreven in hun context. 4. Een archiefdienst formuleert eisen met betrekking tot de bewaring en de toegang tot digitale archiefbeschei den; dit garandeert dat ze fysiek intact blijven, identificeerbaar zijn ten be hoeve van historische zoekstrategieën en in een leesbaar formaat gepresen teerd kunnen worden inclusief de context waarin zij (ooit) zijn gecreëerd. Tot slot gaat het eerste deel van de gids in op de consequenties voor ar chiefdiensten in de uitoefening van hun functie in de informatiemaat schappij als deze strategie wordt gehanteerd. Het tweede deel van de gids schenkt aandacht aan een aantal praktische zaken, in het bijzonder aan het bewa ren van en de toegang tot digitale archiefbescheiden. Ook de vraag of databases beschouwd kunnen worden als records komt hier aan de orde. Dit gedeelte van de gids dient echter nog aanzienlijk uitgebreid te worden. Hoe verder? De program committee heeft besloten dat er een nieuwe committee on electronic records wordt ingesteld, die qua samen stelling vrijwel gelijk zal zijn aan de vorige. De eerste taak van de nieuwe commissie, die in 1997 voor de eerste maal bijeen zal komen, is het ver werken van de opmerkingen en com mentaren die tijdens en na het congres zijn ontvangen. Die waren over het algemeen lovend, maar er werd ook aangedrongen om meer praktische handreikingen in de Gids op te nemen zoals voorbeelddocumenten, stan daards, best practices, een checklist van aandachtspunten, etc. Als dit gedaan is, zal een nieuwe, definitieve versie van de gids worden gepubliceerd. Dat de term 'definitief betrekkelijk is, zal duidelijk zijn. Daarvoor gaan de ontwikkelingen te snel en zijn te veel zaken nog ondui delijk. Naast het afronden van de Gids stelt de commissie een werkplan voor de komende vier jaren op. Naar alle waarschijnlijkheid richten de activi teiten zich vooral op het opzetten van trainingen en cursussen en het maken van een praktische handleiding die het theoretische kader uit het eerste deel van de gids concretiseert tot, zo moge lijk, richtlijnen, standaards en check lists. Voorts zal het literatuuroverzicht onderhouden moeten worden. Tenslotte is er ook enige afstemming nodig met de initiatieven die binnen de Europese Unie worden genomen. In een aantal lidstaten wordt immers al het nodige gedaan op het gebied van digitale bestanden. Dat geldt vooral voor landen als Zweden, Dene marken, Finland, Engeland, Duitsland en Nederland. Samenwerking lijkt dus voor de hand te liggen. Tijdens het DLM-Forum (DLM staat voor 'donnees lisible par machine') dat van 18 tot 20 december 1996 in Brussel plaats vond, zijn concrete voorstellen tot samenwerking gedaan. Het Forum beoogt de diverse disciplines, bestaande uit overheids organisaties, archiefdiensten, IT-spe- cialisten en onderzoekers, bij elkaar te brengen om zo tot multidisciplinaire samenwerking te komen. Tot slot Bent u geïnteresseerd in de Gids, de enquêteresultaten en het literatuur overzicht dan kunt u ze vinden op de website van de National Archives van Canada: htp://www.archives.ca/ica. In Nederland bestaat het programma Digitale Duurzaamheid dat onder ver antwoordelijkheid van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Onder wijs, Cultuur en Wetenschappen uit gevoerd wordt. Informatie daarover kunt u krijgen via het programma-bureau (Den Haag, telefoon 070-3024530) en binnenkort ook via Internet. 100/2 FEBRUARI 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 6