Lite ratuur Litera- Van revolutie tot rusthuis... Werkgroep Behoudsmedewerkers Archieven Zuid-Nederland Overeenkomst culturele samemverking tussen Nederland, Nederlandse Antillen en Aruba Ketelaar voorgedragen als hoogleraar Archiefwetenschap 33 Op dit ogenblik zijn er in Nederland 33 gediplomeerde be- houdsmedewerkers. Het bestuur van de werkgroep wordt gevormd door A. Hoozemans (streekarchief Oisterwijk), M. Verraes (gemeentearchief Bergen op Zoom) en A. Pattenier (streekarchief Schouwen-Duiveland). Belangstellenden kunnen met hen contact opnemen. Sinds vrijdag 21 februari is op internet een gezamenlijke archieftentoonstelling te zien van de gemeentearchieven Kampen, Zwolle en Zutphen over de periode 1780-1830 Zoals in nummer 1 van het Archievenblad werd gemeld, heeft een aantal behoudsmedewerkers zich verenigd in een werkgroep. Het betreft een werkgroep in Noord-Brabant die opereert onder auspiciën van de Kring van Archivarissen in Noord-Brabant (VKAN). Een van de belangrijkste doelstellingen is het uitwisse len van kennis door het organiseren van bijeenkomsten. Ook zal gevraagd en ongevraagd advies worden uitgebracht aan de KAN. Hoewel de werkgroep zich aanvankelijk richtte op de provincie Noord-Brabant, werd na de eerste bijeenkomst al besloten dat iedere behoudsmedewerker in Nederland zich kan aansluiten. De digitale tentoonstelling Van revolutie tot rusthuis: Kampen, Zutphen en Zwolle tussen 1780 en 1830 belicht diverse aspecten uit betreffende periode rondom de thema's politiek, cultuur en belangrijke personen. De expositie richt zich vooral op middelbare scholieren en sluit aan bij het centrale thema voor het schriftelijk eindexamen 1997-1998 voor HAVO en VWO. Ruim dertig afbeeldingen van archiefmateriaal, kaarten, prenten, tekeningen en foto's geven een beeld van de patriotse activiteiten als die van Joan Derk van der Capellen tot den Pol in Zwolle en zijn neef Robert Jasper in Zutphen, de totstandkoming van de eenheidsstaat tijdens de Bataafse Republiek en het herstel van de Oranjes na 1813. De internet-tentoonstelling is te zien op: http://www.obd.nl/1780.htm De Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland willen hun culturele samenwerking voor de komende vier jaren een steviger basis geven. De landen gaan de culturele uitwis seling systematischer opzetten. Afgesproken wordt dat Nederland de eigen culturele ontwikkeling van de Neder landse Antillen en Aruba voortaan op basis van meerjarige plannen zal ondersteunen. Staatssecretaris drs. A. Nuis, minister dr. J.J.C. Voorhoeve, minister dr. M.B. Dijkhof en minister dr. L. Beke-Martinez ondertekenen hiertoe in Curagao een overeenkomst voor de periode 1997-2001. Deze overeenkomst vervangt een overeenkomst tussen betrokken landen die dateert uit 1987. Nieuw is dat er afspraken worden gemaakt over het culturele erfgoed. Deze afspraken hebben betrekking op monumenten, archeologie, musea en archieven. Johan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784): digitaal (foto: collectie gemeentearchief Zwolle) De algemene rijksarchivaris prof. dr. F.C. Ketelaar is voorgedragen als hoogleraar Archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. De leerstoel is ingesteld door de Faculteit der Letteren van de UvA en de Stichting Archiefschool. De te benoemen hoogleraar zal een wezen lijke rol vervullen in de wetenschappelijke opleiding van archivarissen en het archiefwetenschappelijk onderzoek. Ketelaar is van mening dat het hoogleraarschap (19 uur) niet te combineren valt met zijn huidige functie en zal, aannemende dat de voordracht tot een benoeming leidt, het ambt van algemeen rijksarchivaris en de daaraan verbonden nevenfuncties op 30 juni 1997 neerleggen. Wel blijft hij in deeltijd aan de Rijksarchiefdienst verbonden voor met name de coördinatie van de Nederlandse inbreng in internationale contacten; een taak die hij in de komende vier jaar wil com bineren met het vice-presidentschap van de International Council on Archives. Daarnaast gaat Ketelaar leiding geven aan de in te richten landelijke Rijksarchiefinspectie. RECENSIES Het begon ruim tien jaar geleden met Wordperfect. Achteraf bezien was ik daarmee al een vreemde eend in de bijt, want in mijn vakgebied, de kunst geschiedenis, was de computer nog een eng en ondoorgrondelijk apparaat. Vooral afblijven dus. Scripties en arti kelen schreef je eerst met de hand, daarna typte je de tekst uit. Dan werd het knippen en plakken. Kleine cor recties gebeurden met Tipp-Ex, zodat de pagina's er uiteindelijk uit gingen zien als verkavelde landschappen met glimmende sloten en witte sneeuwvel den met hobbelige letters erop. Afge studeerd en wel begon ik, naast free lance activiteiten, aan een proefschrift. Het was een onderzoek in groter his torisch verband, waarin ik samenhan gen wilde aangeven tussen het werk en de ideeën van een aantal kunste naars rond de eeuwwisseling. De bio grafische gegevens, de activiteiten en de geschriften van de kunstenaars kwamen eerst op kaartjes te staan. Zo was je dat gewend en een doosje kaartjes gaat zo makkelijk mee naar de bibliotheek of het archief. Thuis werkte je die toch maar weer uit in Wordperfect, want dan kon je zo makkelijk gegevens tus senvoegen. Ook dat schoot niet op. Gegevens van verschillende aard kwa men door elkaar in een bestand te staan en na honderd kunstenaars was dat bestand - inmiddels enkele keren gesplitst in delen - wel érg uitgebreid geworden, en het eind daarvan was nog lang niet in zicht. Even snel sor teren van één soort gegevens was ook al niet mogelijk, laat staan het trekken van algemenere conclusies die bij andere vakgebieden zo mooi uit een databestand komen rollen. Het databestand- dat was de oplos sing! Gelukkig had ik vrienden die maar geen baan konden krijgen en zich in de booming markt van het sys teembeheer hadden gestort. Ik kreeg een illegale kopie van dBase 3 die ik later netjes heb ingewisseld voor een legale kopie van dBase 4. Met mijn omgeschoolde vrienden - waarvan sommigen als systeembeheerder op de universiteit terugkeerden en zo mijn collega's werden - puzzelde ik creatief aan 'relatieve dBase-bestanden' met de juiste structuur, die vervolgens via ingewikkelde programmeercomman do's aan elkaar gekoppeld konden worden. Hiermee begon het meer sys tematische werk. Zo zag het er ten minste wel uit. Maar de beperkingen loerden al weer om de hoek voordat ik goed en wel al mijn gegevens had overgebracht naar dBase. Een daarvan was een praktische: ik beheerste de dBase-taal niet goed en ik kon toch moeilijk 's avonds, als ik met mijn be standen aan het stoeien was, mijn collega's voor elke commandoregel bellen. Een andere beperking vloeide voort uit mijn onderzoeksopzet en de daarvoor benodigde verzameling en bewerking van gegevens. Een uit gangspunt voor mijn onderzoek was de vaststelling hoeveel en welke kun stenaars tot een bepaalde organisatie hadden behoord. De bekende kunste naars kende ik wel, maar het ging mij om alle kunstenaars, omdat ik dan meer algemene uitspraken hoopte te kunnen doen over de manier waarop zij hun ideeën hadden gevormd en of dat eventueel had geleid tot gelijk soortige kunst. Ik ging er dus stiekem van uit dat kunstenaars ook mensen zijn en dat zij tot een 'netwerk' beho ren, die ze kunnen cultiveren of niet. Ik had mijzelf, zo leek het, een schier onmogelijke taak gesteld. Ik beschikte inmiddels over een namenbestand van circa tienduizend leden, waarvan vele biografische gegevens ontbraken, laat staan dat ik precies wist wie kunste naar was (afgezien van de bekende dan). Had ik een naam en een woon plaats of adres, dan ontbrak het beroep of de geboortedatum. Ook bleek dat er nogal wat dezelfde namen in de lijst voorkwamen; was dat familie van elkaar en zo ja, hoe lagen de relaties? Juist op dit punt in mijn onderzoek aangeland raakte ik betrokken bij een tentoonstelling in het Gemeente archief van Amsterdam. Ik betrad de wereld van overheids- en particuliere archieven, Burgerlijke Stand en Bevol- kings-registers. Ik betrad die wereld opnieuw, moet ik eigenlijk zeggen, want ik had daar al eerder onderzoek gedaan naar mijn kunstenaars, maar het was nu alsof de mogelijkheden voor mijn huidige onderzoek als onder een vergrootglas kwamen te liggen. Daarmee echter werd mijn probleem óók onder het vergrootglas gelegd. Gelukkig echter werd ik door een me dewerker geattendeerd op Haza-Data, een computerprogramma voor genea logisch onderzoek. Opnieuw wazige blikken van vakcollega's, maar voor 100/2 februari 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 19