Nieuws Sr* ir ft Programma planning project Céramique Bijlage II mm 28 Xlllth International Congress on Archives Beijing 1996 de eerste plenaire zitting 29 daartoe nu in rap tempo op microfilm gezet. Deze microfilms dienen vervol gens als basismateriaal voor het digita liseren. Over enige tijd gaat het Gemeentearchief over tot het direct scannen van archiefmateriaal en wordt de tussenstap van microverfilmen overgeslagen. Hand in hand met deze digitalisering gaat een nieuwe vorm van ontsluiten. De klassieke inventaris is passé. De toekomstige bezoeker zal straks door middel van een ontsluiting op trefwoorden zelf zijn weg vinden in het archief en daarbij ook voortdurend naar de andere bronnen als boeken, tijdschriften, digitale bestanden etc. verwezen worden. Ook op dit gebied kan volop worden geprofiteerd van de aanwezige kennis bij de fusiepartner. Toekomstige organisatie Terwijl de inrichting van het gebouw reeds ver is uitgewerkt, hult de toekomstige organisatie van de nieuwe instelling zich nog enigszins in nevelen. Zo heeft deze gefuseerde dienst nog geen naam. Dingemans gaat er van uit dat er uiteindelijk één directie zal komen, waaronder een afdeling bibliotheek en een afdeling archief zullen vallen. Voor de zelfstandige positie van de gemeentearchivaris zal moeten worden gewaakt. Ondertussen is hij wel zo praktisch geweest om in het bestek zijn eigen kamer vlak naast die van de directeur van de Stadsbibliotheek te situeren, uitsluitend gescheiden door een kamer waar het gemeen schappelijke secretariaat zetelt. Tot nu toe is de kostenverdeling gerelateerd aan de oppervlakte die iedere dienst inneemt. Zo komt men tot een verdeelsleutel 4/5 voor de bibliotheek en 1/5 voor het archief. Publieksvriendelijke service Met de verhuizing naar de andere kant van de Maasoever hoopt Dingemans straks op een ander imago van zijn ar chief. Nu staat het archief bekend als een historisch pand aan de prachtige Looiersgracht, waar men slechts met veel volharding en slimheid de ge vraagde informatie boven tafel krijgt. Met de nieuwbouw krijgt het archief de beschikking over een high-tech archief worden geattendeerd. Aan deze bezoekers moeten niet te hoge eisen worden gesteld. Met foto's en dergelijke moeten mensen over de drempel worden getrokken. Publieks vriendelijkere toegangen moeten er voor zorgen dat hun aandacht geboeid blijft en zij makkelijk hun weg in het Ü2Sabn^T, H. zz^ysiraat 57 kamers ,11 W. 23 W. 4.000 m2 Wi Wyckerwal4' w. Bordenhal Markthal 10.500 m2 K. 267 W 88 W 162 w." - J Zeguerslune Mosalunet Maas 118 W. 80 W Levignelunet 10.000 m2 K. Rema unet 88 W. 140 W Daemslunet Stellalunet 8.900 m2 K. fase 1 :gereed 01-01-1994 17.000 m2 C Boschlunet Serpentilunet 11.200 m2 K. .900 m2 verklaring: 145 kamer 2.500 nv K. bouwbloknumering wonen kantoren cultuur hotel winkels service-flat januari 1994. Projectbureau Gemeente Maastricht fase 2A :start 01-05-1994, gereed 01-03-1997 J fase 2B :start 01-07-1994, gereed 01-01-1998 fase 2C :start 01-01-1996 gereed 01-01-1999 fase 3 -.start na 01-01-1998 gereed 01-01-2002 r~~i i1 semi-openbare parkeergarage in fase 2A particuliere opdrachtgever, gereed in fase 2A particuliere opdrachtgever, gereed in fase 2B particulier initiatief, realisering binnen fase 2A gebouw. Het zal zich dan samen met de Stadsbibliotheek afficheren als een eigentijds informatiecentrum. Door de fusie met de Stadsbibliotheek zullen er meer mensen op het bestaan van het archief kunnen vinden. Het ultieme streven van Dingemans is echter zo veel mogelijk bezoekers buiten de deur te houden en ze thuis via Inter net op hun wenken te bedienen. m Als laatste congres van deze soort in de 20e eeuw was het Dertiende Internationale Archiefcongres van de Interna tionale Archiefraad tegelijkertijd het eerste dat buiten de zogenaamde ontwikkelde wereld werd gehouden. Het vond plaats van 2-7 september 1996 in de hoofdstad van de Chinese Volksrepubliek, met een aan de gelegenheid aan gepast congresthema: 'Balans opnemen en vooruit kijken'. Michael Swift, tweede man van de Canadese National Archives, zette de toon voor het congres. Aan de hand van een aantal goed verwoorde observaties gaf hij een overtui gende karakteristiek van het stadium waarin de wereld zich op dit moment, het einde van de eeuw, bevindt. Daarbij onderstreepte hij de betekenis die informatie in en voor de moderne samenleving heeft. Na aldus het kader te hebben aangegeven waarbinnen het archiefwezen opereert gaf hij een overzicht van de thema's die tijdens de vier plenaire zittingen van het congres aan de orde zouden komen: inter nationale samenwerking, organisatiestructuren en regel geving, de archivistische theorie en praktijk, en de betekenis van hedendaagse technische ontwikkelingen voor het vak. Internationaal verband De eerste zitting was dus gewijd aan de samenwerking van archivarissen in internationaal verband. De sprekerslijst werd aangevoerd door Jan van den Broek die een summier overzicht gaf van hetgeen zich op dit terrein gedurende de afgelopen eeuw heeft afgespeeld. Uit de veelheid van feiten haalde hij twee momenten naar voren. In de eerste plaats het gecombineerde congres van bibliothecarissen en archi varissen dat op initiatief van onze zuiderburen in 1910 te Brussel is gehouden. Dit eerste congres van vakgenoten was tegelijkertijd de internationale viering van de geboorte van een nieuwe professie. Het tweede moment betrof de oprich ting van een internationale organisatie van vakgenoten (ICA) zoals die na de tweede wereldoorlog op Amerikaans initiatief en onder auspiciën van UNESCO plaatsvond. 'Hoewel we vele positieve resultaten van de archiefsamen- werking onder de paraplu van de Internationale Archiefraad kunnen opnoemen, mogen we,' zo zei Van den Broek, 'de ogen niet sluiten voor het feit dat niet alle projecten even succesvol zijn geweest en dat de organisatie ook haar zwak ke punten heeft. Zorgvuldige evaluatie van voorbij en lo pende projecten, een dito planning van het beleid, respect voor regionale en locale eigenaardigheden en een wat hogere mate van flexibiliteit in de organisatie zullen zeker bijdragen tot verbetering van het rendement van de middelen die in de internationale archiefsamenwerking geïnvesteerd worden.In een wereld waarin misvattingen over de eigen geschiedenis en die van anderen zo licht kunnen leiden tot ongerechtvaardigde en gevaarlijke barrières tussen mensen van verschillende herkomst is deze vorm van internationale samenwerking niet alleen een kwestie van professionele solidariteit, maar ook een nood zakelijke bijdrage tot het bewoonbaar maken van de planeet.' Van den Broek besloot zijn verhaal met een citaat van Samuel Muller. Deze had ter afsluiting van het Brusselse congres van 1910 zijn collega's opgeroepen om 'uit hun stoffige studeervertrekken te komen en aan het echte leven deel te nemen.' Als Muller met deze woorden bedoelde dat de betekenis van onze professie vaak verder reikt dan de muren van onze archiefgebouwen en de belangen van ons vak en dat wij dienovereenkomstig behoren te denken en handelen, dan is volgens Van den Broek zijn oproep nog steeds van kracht. Nationaal erfgoed Als tweede spreker las Wladyslaw Stepniak een tekst voor van de onlangs bij een auto-ongeluk om het leven geko men directeur van de Poolse nationale archiefdienst, Jerzy Skowronek. Het overlijden van deze dynamische man be tekent een ernstig verlies voor de samenwerking tussen archivarissen in Europa. Skowronek heeft zich de afgelopen jaren een initiatief- en vindingrijk organisator getoond die met zijn ideeën misschien wel eens tegen de haren van het ICA-establishment in streek, maar ongetwijfeld beweging gebracht heeft in een overigens starre wereld. Zijn bijdrage aan het congres betrof de rol van de archivaris als hoeder van cultuur en nationale identiteit, gezien vanuit Centraal en Oost-Europees perspectief. De vraag naar wat nu precies tot het nationale erfgoed van een land moet worden gere kend is actueel in dit deel van de wereld waar grenzen van staten en culturele gemeenschappen steeds gekenmerkt zijn geweest door hun veranderlijkheid. In feite heropende Skowroneks bijdrage de discussie omtrent pertinentie en herkomst als ordenend beginsel. 100/2 februari 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 17