Nieuw bouw- en fusieplannen Maastrichtse Gemeentearchief door Joyce Pennings Het positieve aan deze fusie is het 01verlappend marktsegment, namelijk de categorie historisch onderzoek Een historische supermarkt, waar men vrijelijk kan snuffelen, bladeren en zelf reproducties kan maken 26 27 Het idee werd geboren in een treincoupé. De Maastrichtse wethouder Wevers, de architect Jo Coenen en de rector magnificus van de Maastrichtse Universiteit Cohen, bedachten tijdens een gezamenlijke trein reis dat het huidige onderkomen van de Stadsbibliotheek en het Gemeentearchief zeer geschikt zou zijn voor de Universiteitsbibliotheek. Een nieuwe gezamenlijke huisvesting van deze beide instituten in de nabijheid van het nu wat geïsoleerde Bonefantenmuseum zou de rechter Maasoever een belangrijke culturele impuls geven. Dit plan werd nader uitgewerkt en waarschijnlijk kan men in 1999 op het zoge naamde Céramiqueterrein de nieuwe instelling bezoeken. Aan de toekomstige fusie van Stads bibliotheek en Gemeentearchief is be halve deze historische treinreis wel iets meer vooraf gegaan. De Maastrichtse Stadsbibliotheek dateert van het jaar 1662, het Gemeentearchief van 1849. Sinds 1884 zijn beide instellingen in één gebouw gehuisvest, met daarbij geruime tijd ook nog een eenhoofdige leiding. Toen in 1976 de Stadsbiblio theek fuseerde met de Openbare Bibliotheek (tot de Stadsbibliotheek Maastricht) kregen Bibliotheek en Archief ieder weer een eigen baas. Men bleef echter tot op de dag van vandaag samen in één gebouw gehuisvest. Het moge duidelijk zijn dat de toekomstige fusie voortborduurt op een lang ge meenschappelijk verleden. Ruimte gebrek bij het Gemeentearchief vormt de directe aanleiding om samen met de Stadsbibliotheek een nieuw pand te betrekken. Niet met het Rijksarchief Onlangs voltooide het Rijksarchief in Maastricht een ingrijpende verbou wing. Er werd zo veel depotruimte gecreëerd dat het bestand van het Gemeentearchief hier gemakkelijk bij had gepast. Volgens gemeentearchi varis Peter Dingemans is deze optie serieus overwogen. Er waren echter wat nadelen. Zo zouden volgens hem de bouw- en exploitatiekosten dubbel zo hoog zijn uitgevallen als in de hui dige raming voor het Céramiqueter rein. Bovendien zou er voor de 18 werknemers niet voldoende en ge schikte werkruimte aanwezig zijn in het nieuwe Rijksarchief. Geen fusie dus met het Rijksarchief, maar met de Stadsbibliotheek. Limburgse geschiedenis centraal Toch is Dingemans wel zo reëel om ook de schaduwzijden aan de integra tie tussen Stadsbibliotheek en Ge meentearchief te onderkennen. Juist door de lange gemeenschappelijke voorgeschiedenis zou het gevoel kunnen ontstaan 'tot elkaar veroor deeld te zijn'. Het positieve aan deze fusie daarentegen is het overlappend marktsegment, namelijk de categorie historisch onderzoek. Beide instellin gen worden bezocht en geconsulteerd door mensen met belangstelling voor de Limburgse en Maastrichtse geschie denis. De Stadsbibliotheek beheert een uitgebreide Limburgdocumen- tatie, kranten en kostbare boeken op dit gebied, de zogenaamde Informa tieve Afdeling 900-Limburg. Het is de bedoeling de studiezalen van deze afdeling te combineren met die van het Gemeentearchief. Bezoekers kun nen daardoor het aspect 'historie' ver der uitdiepen. Ook andere publieks faciliteiten gaat men samen delen: de hal, de expositieruimte, het leescafé en de activiteitenruimte. Het personeel kan gebruik maken van het gemeen schappelijk personeelscafé, terwijl overheadkosten worden beperkt door gezamenlijke medewerkers voor de administratie, de financiën en het personeel. Ook het restauratieatelier en de binderij betrekken een geza menlijke ruimte. Tenslotte hoopt het Archief te profiteren van de aanwezige hard- en software en de bestaande bibliotheek-netwerken. Noodzaak voor Gemeentearchief Profiteren is een goed woord in dit ver- band, want dat is het wat het Gemeen tearchief in dit nieuwe gebouw zal doen. Nu trekt het Gemeentearchief dage lijks zo'n 16 bezoekers; de Stads bibliotheek telt er gemiddeld 1.650 op een dag. In de toekomst hoopt men dat dit aantal zal oplopen tot minstens 2.300 per dag. Voor het archiefbezoek zal het nieuwe gebouw zeker drem pelverlagend werken. Volgens Dinge mans is dit voor het Gemeente-archief ook pure noodzaak. Met 16,3 bezoe kers per dag maak je weinig indruk op je portefeuillehouders. Wil men in de toekomst overleven, dan zal men moeten veranderen en meeliften met andere informatieaanbieders. De bibliotheek is dan geen slechte part ner: de bezoekersaantallen liggen er aanzienlijk hoger dan bij archiefinstel lingen; een publieksvriendelijke en klantgerichte benadering is hier al veel langer bon ton en de bibliotheek automatisering tenslotte biedt inte ressante aanknopingspunten voor archieven. Slimme indeling Aan de hand van de bestektekeningen schetst Dingemans een helder beeld van de indeling van het nieuwe ge bouw. Het is als of het gebouw er al staat. Dienstverkeer en publiek ver- Maquette van het toekomstige archief- en bibliotheekgebouw. Architect Jo Coenen ontwierp tevens het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam de twee studiezalen van het Gemeente archief die men samen deelt met de Af deling 900 - Limburg van de Stadsbi bliotheek. In de studiezaal originelen kunnen de kostbare boeken van de Stadsbibliotheek en de originele archi valia van het Gemeentearchief worden geraadpleegd. Dit wordt een kleine ruimte met slechts 15 zitplaatsen. Het streven is namelijk om zo veel moge lijk informatie in de vorm van zelfbe diening aan te bieden. De begeleiding en het toezicht in deze studiezaal be- genealogische bronnen, de bouwver gunningen, de Atlas en de foto's van het Gemeentearchief bekijken. Dit alles in de vorm van microfiches, mi crofilms, video's, kopieën en in gedigi taliseerde vorm. Deze studiezaal om schrijft Dingemans als een historische supermarkt, waar men vrijelijk kan snuffelen, bladeren en zelf reproduc ties kan maken. Microfiche-readers, computers met Internetaansluitingen en CD-Roms bepalen hier het beeld. Een archief- én een bibliotheekmede werker bieden er samen toezicht en begeleiding. Deze studiezaal profiteert van de ruimere openingstijden van de bibliotheek. In de daluren zal de balie worden bezet door een bibliotheekme dewerker of een archiefmedewerker. keer zijn strikt gescheiden. Bezoekers hebben op geen enkele wijze toegang tot de depots. Opvallend is hoeveel aandacht aan de beveiliging is ge schonken. Reeds bij de ingang pas seert de bezoeker een electronisch poortje. Niet alleen de depots en de studiezalen zijn hierdoor beveiligd, maar ook het leescafé op de eerste ver dieping, waar een bezoeker een boek uit de handbibliotheek op zijn gemak kan raadplegen. Op de vierde verdieping bevinden zich rust bij een archiefambtenaar. Volgens Dingemans is dit bij het gebruik van originelen een van de belangrijkste taken van het archief. Zelfbediening De meeste ruimte neemt dan ook de studiezaal zelfbediening in beslag. Daar kan men o.a. de Limburg-docu- mentatie en de kranten van de Stads bibliotheek en de veel geraadpleegde Digitale informatie Het concept van deze historische - supermarkt is ingegeven door ontwik kelingen op het gebied van de raad pleging. Dingemans trekt verregaande conclusies uit het feit dat de raadple ging van papier afneemt, die van mi crofilms zich stabiliseert en die van ge digitaliseerde bestanden flink aan het toenemen is. Hij legt de nadruk op het aanbieden van digitale bestanden. De belangrijkste bestanden worden 100/2 februari 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 16