Colu mn De overheidsarchieven beheren ruim 7.500 films en ruim 6.500 videobanden; heel wat "dozen van opa" bij elkaar dus Door Theo Thomassen 23 overgaan. Hoewel de organisatievorm per provincie ver schilt, is de primaire doelstelling doorgaans dezelfde: het opsporen en in kaart brengen van relevant historisch av- materiaal. Op het punt van acquisitie bestaat er verschil: probeert de ene provincie al het av-materiaal op één plaats te verzamelen, de andere tracht de archiefbeherende instellingen zoveel mogelijk te ondersteunen op het punt van av-archivering. Welke formule in dat opzicht de voorkeur verdient, zal over enkele jaren blijken als een eerste evaluatie mogelijk is. Vanuit regionale instelling is het bovendien mogelijk op projectbasis ondersteuning te verlenen aan allerlei organisaties en bedrijven. Vaak hebben zij wel av-materiaal in bezit, maar niet de kennis en facili teiten om hier op een adequate mee om te gaan. Voor nadere informatie over dit onderwerp of een toelich ting op bovenstaande tekst, kunt u contact opnemen met: Robert Egeter van Kuyk, voorzitter Sectie Audiovisuele Archieven van de KV AN, tel: 070-3564106 Frank van der Maden, coördinator Brabants Film Archief, tel: 013-4663154 Piet van Wijk, directeur Stichting Film Wetenschap, tel: 020-6652966 a - een rapport inzake de auteursrechtelijke aspecten van de av-collectie; - een goed onderhouden, geconserveerde av-collectie, die ook op video beschikbaar is (zowel VHS als Betacam Digi). Fragment 35 mm nïtraatfilm waarvan de emulsie is aangetast door ontbinding (foto: Jean van Lingen) Overzicht kosten De totale kosten van het project bedragen een kleine 50.000 gulden, waarvan ongeveer 35.000 gulden voor het labora torium (onderhoud, conservering en het overzetten op video), een kleine 10.000 gulden voor onderzoek, ruim 1.000 gulden voor de restauratie van de bioscoopdia's en nog eens eenzelfde bedrag voor tafelhuur, materiaalkosten en dergelijke. Deze kosten hangen samen met de rijke merkentraditie van Honig. Enerzijds kunnen zij gezien worden als de rekening als gevolg van achterstallig onderhoud, anderzijds mogen zij gelden als een investering voor de toekomst. Want mocht Honig besluiten om de komende jaren een grote publici teitscampagne te voeren op basis van materiaal uit haar his torische av-collectie, dan zal bovengenoemd bedrag, met het oog op de huidige produktiekosten in de av-sector, snel zijn terugverdiend. Consequenties Het zal duidelijk zijn dat de kosten die het bezit van av- materiaal met zich meebrengt hoog zijn en niet één, twee, drie door de instellingen zelf opgebracht kunnen worden. Het huidige bezit en de toestroom van historisch waardevol beeld- en geluidsmateriaal (opkomst regionale radio- tv- zenders!), vraagt om structurele voorzieningen, zowel finan cieel, als organisatorisch. Volgens de Gids voor historisch beeld en geluidsmateriaal in Nederland (SFW, 1994) zijn er verspreid over heel Nederland bij de diverse categorieën archiefbeherende instellingen (met uitzondering van de vier grote av-archieven) in totaal zo n 40.000 films en ruim 85.000 videobanden aanwezig. De overheidsarchieven be heren daarvan ruim 7.500 films en ruim 6.500 videoban den, dat wil zeggen gemiddeld zo'n 94 films en 84 video banden. Heel wat "dozen van opa" bij elkaar dus. Het ligt derhalve voor de hand actief te streven naar enerzijds een reductie van de kosten, anderzijds naar het aanboren van aanvullende financie ringsbronnen (bijv. inhaaloperaties op projectbasis, het samenwerken met regionale omroepen en het uitbrengen van koopvideo's). Regionaal en lokaal In het licht van recente nationale ontwikkelingen biedt een decentrale aanpak op provincieniveau het meest perspectief voor av-materiaal met een regionaal en lokaal belang. In zes Nederlandse provincies bestaat momenteel al een dergelijke voor ziening. Faat de andere provincies op dit punt ook tot actie Allemaal onder de koepel? Archivarissen praten momenteel maar over twee zaken. Eén van die zaken is het onderzoek dat moet leiden naar de versterking van de koepelfunctie van de KVAN. Het probleem is bekend: elke keer als het bestuur van onze beroepsvereniging namens het archiefwezen zijn standpunt bekend maakt aan de minister, over de archiefwet, de MLG's of de CAS, dan zijn er een algemene rijksarchivaris, een KALO of een CAS die het beter denken te weten en ook brieven aan de minister schrijven. En om dat in de toekomst te voorkomen, heeft het bestuur een onderzoeksbureau in de arm genomen om een nieuwe structuur te ontwerpen, die het hele georganiseerde archiefwezen onder moeders paraplu brengt. Dat onderzoek wordt betaald door het Ministerie van OCenW. Elke keer als daar de brieven van de archivarissenorganisaties op de mat vallen, moeten de cultuurambtenaren weer opzoeken welke clubs en belangen achter al die afkortingen schuil gaan. Ook daar zou men één gesprekspartner met één brievenbus wel handig vinden. Het onderzoek naar de versterking van de koepelfunctie van de KVAN moet vooral uit interviews bestaan. Er is budget voor 15 dagen werk, dus alleen de notoire briefschrijvers komen aan de beurt. Zij zullen gaan vertellen dat er een koepel moet komen waarin de andere organisaties weinig te vertellen hebben. En de voorzitter zal iedere organisatie die hem de brieven wil laten tekenen een eigen sectie beloven. Moet onze beroepsvereniging een branchevereniging worden? Veel leden hebben zo hun bedenkingen. Zij zijn bang dat de toenemende aandacht voor de belangen van de in stellingen ten koste zal gaan van de aandacht voor de vakinhoudelijke discussie over de fascinerende veranderingen in het archiefbedrijf. En die aandacht vinden zij toch al beneden de maat. Sociologisch onderzoek wijst inderdaad uit, dat kwali teitsbevordering en belangenbehartiging binnen beroepsgroepen zorgvuldig moeten worden geschei den, omdat anders het eerste ondergeschikt wordt aan het laatste. En dat mag juist onze beroepsvereniging, die van oudsher zowel de belangen van de instellingen als die van de individuele professionals wil behartigen, zich aantrekken. Staat in de KVAN een antiquarische bloedgroepencultus niet elke programmatisch-inhou- delijke keuze in de weg? En de frequentie waarmee men daar his masters voice hoort, wekt het vermoeden dat professionele autonomie niet diep in het profes sionele bewustzijn geworteld is. De klassieke archivaris vereenzelvigt zich ook in verenigingsverband nog steeds met de archiefambtenaar en dat weerhoudt hem er maar al te vaak van om verder te kijken dan zijn ambtelijke neus lang is. Als een branchevereniging een einde maakt aan het onvermogen van de openbare archiefdiensten om over hun zakelijke belangen samen een brief naar Zoeter- meer te sturen, dan moeten die diensten zo snel mogelijk een branchevereniging oprichten. Maar daarnaast moet er een beroepsvereniging zijn, die meer dan de huidige KVAN voorziet in de behoefte van individuele beroepsbeoefenaren om over de actuele ontwikkelingen in het vak te praten met hun huidige en toekomstige collega's uit alle sectoren in de informatievoorziening. Dat kan alleen als bestuur en leden bestand niet een afspiegeling zijn van de geledingen in het openbaar archiefwezen, maar van de beroepspraktijk in haar volle breedte. In Amsterdam worden al twee jaar lang archivarissen opgeleid die van veel meer arbeidsmarkten thuis zijn dan van het openbaar archiefwe zen alleen. Zij vormen de toekomst van de beroepsgroep en dus ook de toekomst van onze vereniging. Om zich op die toekomst voor te bereiden moet de vereniging zich gaan gedragen als het platform voor de deskundigheidsbevordering van nieuwe en de oude stijl archiva rissen gezamenlijk. Bovendien moet zij aan alle gebruikers, overheden en particulieren, die deskundigheid gaan garanderen door een systeem van certificering van archivarissen en accreditering van opleidingen in het leven te roepen en te onderhouden. Als alle orga nisaties van de beroepsgroep, koepel, vereniging en school, vervolgens hun faciliteiten bundelen, zijn ook een adequate ondersteuning van die organisaties en een goede onderlinge communicatie gewaarborgd. Elke maatregel die de koepelfunctie van de vereniging versterkt, zal haar platformfunctie verzwakken. Versterking van de koepelfunctie is een versterking van de invloed van de instellingen. Versterking van de platformfunctie vraagt juist om het terugdringen van die invloed. Illustratie: Peter Vlot 100/2 FEBRUARJ 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 14